Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
instrucciones de uso:
-
Wiktionary:
instrucciones de uso → Gebrauchsanweisung
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor instrucciones de uso (Spaans) in het Duits
instrucciones de uso: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Instrucciones: Beginnen Sie hier:
- instrucciones: Leitfaden; Handbuch; Gebrauchsanweisung; Auftrag; Dienstbefehle; Richtlinie
- instrucción: Dressur; Briefing; Gebrauchsanweisung; Ausbildung; Bildung; Erziehung; Schulung; Auftrag; Anweisung; Befehl; Weisung; Erlaß; Kommando; Instruktion; Zwangsbefehl; Verfügung; Gesetz; Ordnung; Bestimmung; Anordnung; Verordnung; Vorschrift; Regelung; Gebot; Satzung; Richtlinie; Statut; Reglement; Dienstordnung; Unterricht; Ermittlung; Entwicklung; Training; Heeresbefehl; Kundig machen; Armeebefehl; gerichtliche Untersuchung; militärischer Befehl
- dar: reichen; hinhalten; darreichen; herüberreichen; hinüberreichen; bieten; anbieten; präsentieren; darbieten; zustellen; senden; austragen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; bevorzugen; spenden; erweisen; einreichen; begünstigen; verehren; einschenken; bevorrechten; geben; schenken; gießen; verschenken; stiften; donieren; weggeben; zur Verfügung stellen; jemandem etwas verabreichen; schaffen; vermitteln; holen; liefern; gewähren; ausstellen; verteilen; bereitstellen; ausgeben; besorgen; verschaffen; einbringen; überreichen; verabreichen; ausschütten; aushändigen; austeilen; herbeischaffen; herbeibringen; distribuieren; wenden; kehren; schwenken; umdrehen; mitschicken; umkehren; mitsenden; herumdrehen; sich drehen; zufügen; zubringen; erlauben; genehmigen; gönnen; befragen; zuteilen; zuweisen; bewilligen; abhören; zugestehen; verhören; zuerkennen; ausfragen; gutheißen; ausforschen; vergönnen
- darse: spielen; auftreten; geben; bevorzugen; ausstellen; spenden; schenken; erweisen; einreichen; gießen; verschenken; stiften; begünstigen; verehren; austeilen; einschenken; bevorrechten; erlauben; gewähren; genehmigen; gönnen; bewilligen; zuerkennen; gutheißen; vergönnen
- dársela: betrügen; prellen; verladen; ausnehmen; bemogeln; bescheißen; hintergehen; beschwindeln; übervorteilen; beschummeln; begaunern
- usar: verwenden; benutzen; handhaben; hantieren; einsetzen; anwenden; gebrauchen; tun; verrichten; praktizieren; aufnehmen; aufstellen; aufsetzen; aufmachen; ausfertigen; aufarbeiten; ausbeuten; aufwenden; aufbrauchen; konsumieren; aufzehren; Rauschgift konsumieren; schaffen; abbauen; ausnutzen; inBetriebsetzen
- uso: Verwendung; Anwendung; Gebrauch; Benutzung; Sitten; Bräuche; Brauch; Gewohnheit; Tradition; Sitte; Gepflogenheit; Angewohnheit; Volkssitte; Volksbrauch