Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
juego de cartas:
-
Wiktionary:
juego de cartas → Kartenspiel
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor juego de cartas (Spaans) in het Duits
juego de cartas: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Juego: Spiel
- juego: Glücksspiel; Spiel; Runde; Partie; Spielchen; Spielen; Kinderspiel; Geschwätz; Geschwafel; Computerspiel; Videospiel
- jugar: darstellen; schauspielen; austragen; ausspielen; zu Ende spielen; stellen; einstellen; setzen; schalten; legen; stecken; vergeben; verlegen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; fügen; brühen; betten; anbringen; einteilen; einordnen; einweisen; hinlegen; schlingen; hinstellen; unterbringen; installieren; laichen; einrücken; stationieren; gruppieren; unteraus legen; wetten; es wagen; ich nehme ein Risiko; eine Wette machen
- jugarse: verwenden; benutzen; einsetzen; anwenden; gebrauchen; handhaben; hantieren; verwetten; verspielen; verscherzen; verwirken; beim Spielen verlieren; wetten; es wagen; ich nehme ein Risiko
- dar: reichen; hinhalten; darreichen; herüberreichen; hinüberreichen; bieten; anbieten; präsentieren; darbieten; zustellen; senden; austragen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; bevorzugen; spenden; erweisen; einreichen; begünstigen; verehren; einschenken; bevorrechten; geben; schenken; gießen; verschenken; stiften; donieren; weggeben; zur Verfügung stellen; jemandem etwas verabreichen; schaffen; vermitteln; holen; liefern; gewähren; ausstellen; verteilen; bereitstellen; ausgeben; besorgen; verschaffen; einbringen; überreichen; verabreichen; ausschütten; aushändigen; austeilen; herbeischaffen; herbeibringen; distribuieren; wenden; kehren; schwenken; umdrehen; mitschicken; umkehren; mitsenden; herumdrehen; sich drehen; zufügen; zubringen; erlauben; genehmigen; gönnen; befragen; zuteilen; zuweisen; bewilligen; abhören; zugestehen; verhören; zuerkennen; ausfragen; gutheißen; ausforschen; vergönnen
- darse: spielen; auftreten; geben; bevorzugen; ausstellen; spenden; schenken; erweisen; einreichen; gießen; verschenken; stiften; begünstigen; verehren; austeilen; einschenken; bevorrechten; erlauben; gewähren; genehmigen; gönnen; bewilligen; zuerkennen; gutheißen; vergönnen
- dársela: betrügen; prellen; verladen; ausnehmen; bemogeln; bescheißen; hintergehen; beschwindeln; übervorteilen; beschummeln; begaunern
- carta: Landkarte; Spielkarte; Charta; Statut; Karte; Speisekarte; Menü; Tageskarte; Zeugnis; Diplom; Urkunde; Dokument; Universitätsdiplom; Speisenkarte; Brief; Schreiben; Infokarte
- cartas: Karten; Kartenspiel; Entwurf; Konzept; Schreiben; Korrespondenz; Briefwechsel; Schriftverkehr; Schriftwechsel; Briefverkehr
Wiktionary: juego de cartas
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • juego de cartas | → Kartenspiel | ↔ kaartspel — een spel met speelkaarten |