Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- actual:
-
Wiktionary:
- actual → current, actual, present
- actual → present
- actual → current, present-day, present, actual, latest, up-to-date, at the moment, fashionable, topical
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
actual:
- verdadero; real; efectivamente; efectivo; de todas maneras; realmente; de todos modos; en realidad; en el fondo; a fin de cuentas; de hecho; de veras; verdaderamente; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; virtualmente; de verdad; claro; cierto que; cierto que sí; claro que sí; sí; que sí
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor actual (Spaans) in het Engels
actual:
-
actual (contemporáneo; hoy en día; de hoy)
-
actual (al día; actualmente; de hoy; de ahora; por este momento; hoy en día; por el momento)
-
actual (corriente)
-
actual (contemporáneo; nuevo; presente; hoy en día; moderno; característico de la época; corriente; modernizado; de ahora; al día; de hoy; reciente; in; modernizar)
contemporary; nowadays; modern; present-day; present; of today; new-
contemporary bijvoeglijk naamwoord
-
nowadays bijwoord
-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
present-day bijvoeglijk naamwoord
-
present bijvoeglijk naamwoord
-
of today bijvoeglijk naamwoord
-
new bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (contemporáneo; hoy en día; moderno; corriente; presente; in; al día; de hoy; de ahora; característico de la época)
contemporary; nowadays; present-day; modern; of today-
contemporary bijvoeglijk naamwoord
-
nowadays bijwoord
-
present-day bijvoeglijk naamwoord
-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
of today bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (hoy en día; en este tiempo; hoy día; de hoy; contemporáneo)
Vertaal Matrix voor actual:
Verwante woorden van "actual":
Synoniemen voor "actual":
Wiktionary: actual
actual
Cross Translation:
adjective
-
generally accepted, used, practiced, or prevalent at the moment
-
existing or occurring at the moment
-
in action at the time being
-
pertaining to the current time
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• actual | → current | ↔ tegenwoordig — huidig |
• actual | → present-day; present; current; actual | ↔ huidig — bij het heden behorend |
• actual | → current | ↔ actueel — dat wat op dit moment bestaat of van kracht is |
• actual | → current | ↔ aktuell — nicht steigerbar: jetzt, in dieser Zeit, in diesem Moment |
• actual | → latest; up-to-date | ↔ aktuell — angesagt, zeitgemäß |
• actual | → current; up-to-date | ↔ aktuell — nicht steigerbar: auf dem neuesten Stand |
• actual | → current; present | ↔ augenblicklich — attributiv: gegenwärtig, in diesem Moment stattfindend oder bestehend |
• actual | → current; at the moment | ↔ momentan — in diesem Moment, jetzt |
• actual | → current; up-to-date | ↔ up to date — auf dem neuesten Stand |
• actual | → actual; current; present-day; present; up-to-date; fashionable; topical | ↔ actuel — Qui se traduit par des actes. |
• actual | → present | ↔ présent — Là où l’on est |
Engels
Uitgebreide vertaling voor actual (Engels) in het Spaans
actual:
-
actual (actually; in fact; really; real)
-
actual (indeed)
efectivamente; efectivo; de todas maneras; realmente; de todos modos; en realidad; en el fondo; a fin de cuentas-
efectivamente bijvoeglijk naamwoord
-
efectivo bijvoeglijk naamwoord
-
de todas maneras bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
de todos modos bijvoeglijk naamwoord
-
en realidad bijvoeglijk naamwoord
-
en el fondo bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (in fact; actually; really; as a matter of fact; real; true)
realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; efectivo; real; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; en el fondo; virtualmente-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
en realidad bijvoeglijk naamwoord
-
de hecho bijvoeglijk naamwoord
-
de veras bijvoeglijk naamwoord
-
verdadero bijvoeglijk naamwoord
-
verdaderamente bijvoeglijk naamwoord
-
efectivo bijvoeglijk naamwoord
-
real bijvoeglijk naamwoord
-
esencial bijvoeglijk naamwoord
-
en efecto bijvoeglijk naamwoord
-
substancial bijvoeglijk naamwoord
-
factual bijvoeglijk naamwoord
-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
intrínseco bijvoeglijk naamwoord
-
en el fondo bijvoeglijk naamwoord
-
virtualmente bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (genuine; truly; really; real; indeed; in truth; to be sure; it's true)
realmente; de verdad; claro; cierto que; cierto que sí; claro que sí-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
de verdad bijvoeglijk naamwoord
-
claro bijvoeglijk naamwoord
-
cierto que bijvoeglijk naamwoord
-
cierto que sí bijvoeglijk naamwoord
-
claro que sí bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (yes indeed; definitely; actually; certainly; truly; really; verily; in truth; real; to be sure; it's true)
claro que sí; sí; que sí-
claro que sí bijvoeglijk naamwoord
-
sí bijvoeglijk naamwoord
-
que sí bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual
– Pertaining to information that shows what has actually occurred. For example, the actual start date for a task is the day that the task actually started. 1
Vertaal Matrix voor actual:
Verwante woorden van "actual":
Synoniemen voor "actual":
Antoniemen van "actual":
Verwante definities voor "actual":
Wiktionary: actual
actual
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• actual | → contemporáneo; actual | ↔ huidig — bij het heden behorend |
• actual | → real | ↔ feitelijk — daadwerkelijk |
• actual | → actual | ↔ actuel — Qui se traduit par des actes. |
• actual | → activo; efectivo | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |
• actual | → verdadero; real | ↔ réel — véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure. |