Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tribu:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tribu (Spaans) in het Engels

tribu:

tribu [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tribu
    the tribe; the race
    • tribe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • race [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la tribu (caja; hueco; foso; tronco)
    the shank; the stick
    • shank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la tribu (estirpe; fuste; raíz; )
    the trunk; the shank; the stick
    • trunk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tribu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
race tribu carrera; carrera de pedestrismo; carrerilla; manera; manera de actuar
shank astil; barquillo; caja; estirpe; foso; fuste; hueco; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco codillo
stick astil; barquillo; caja; estirpe; foso; fuste; hueco; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco knut; leña de corte; lingote; látigo ruso; moño; pala; palanca de cambio; palo de hockey; rama; rodete; stick
tribe tribu relación tribal
trunk astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco armazón; compartimiento de equipajes; espacio para equipaje; maleta del coche; maletero; maleteros; portaequipajes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
race acelerar; apencar; apresurarse; aumentar la velocidad al llegar cerca de la meta; cazar; correr; correr con motocicleta; correr rapidamente; correr velozmente; dar prisa; darse prisa; galopar; galopear; ir al galope; ir al trote; ir corriendo; ir volando; irse a cazar; irse volando; meter prisa; sprintar; trotar
stick abarrancarse; anudarse; birlar; cortarse; encallar; encolar; estancarse; estar con el agua al cuello; estar embarrancado; estar en apuros; estar en un apuro; estar encallado; estar estagnado; fijar; interrumpirse; mangar; pegar; pegarse; quedar estancado; quedarse atascado; quedarse enganchado

Synoniemen voor "tribu":


Wiktionary: tribu

tribu
noun
  1. group of people

Cross Translation:
FromToVia
tribu tribe stam — antropologie|nld een samenlevinsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
tribu tribe StammEthnologie: größere Gruppe von Menschen mit ethnischen Gemeinsamkeiten
tribu tribe VolksstammEthnologie: eine größere Gruppe von Menschen, die hinsichtlich der Sprache und Kultur viele Gemeinsamkeiten aufweisen und die normalerweise in einem gemeinsamen Siedlungsgebiet leben
tribu tribe tribu — antiq|fr division du peuple, chez quelques nations anciennes.

Verwante vertalingen van tribu