Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- docil:
-
dócil:
- flexible; pliant; yielding; supple; tame; tamed; domesticated; house-trained; docile; meek; submissive; amenable; humble; malleable; slavishly; pliable; kneadable; mouldable; workable; plastic; compliant; complaisant; tolerant; willing; accommodating; servient; obliging; tractable; simple to operate; ready; patient; long-enduring
-
Wiktionary:
- dócil → docile
- dócil → subservient, submissive, compliant, obedient, docile
Spaans
Uitgebreide vertaling voor dócil (Spaans) in het Engels
docil:
-
docil (bueno; obediente; modélico; amable; ejemplar)
well-behaved; honest; good-
well-behaved bijvoeglijk naamwoord
-
honest bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
docil (obediente)
obedient; submissive; docile; meek-
obedient bijvoeglijk naamwoord
-
submissive bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
meek bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor docil:
dócil:
-
dócil (flexible; doblegable; manejable; elástico)
-
dócil (domesticado; manso; obediente; sumiso; en celo; dúctil; amansado; bien dispuesto; de buena voluntad)
tame; tamed; domesticated; house-trained; docile; meek-
tame bijvoeglijk naamwoord
-
tamed bijvoeglijk naamwoord
-
domesticated bijvoeglijk naamwoord
-
house-trained bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
meek bijvoeglijk naamwoord
-
-
dócil (sujeto a; sometido; subordinado; sumiso; indulgente; complaciente; dúctil)
-
dócil (moldeable; manejable; versátil; pastoso; suave; plástico; obediente; plegable; flexible; elástico; transigente; formable)
-
dócil (indulgente; dúctil; manejable; condescendiente; obsequioso; obediente; flexible; complaciente; elástico)
submissive; compliant; complaisant; tolerant; willing; accommodating; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready-
submissive bijvoeglijk naamwoord
-
compliant bijvoeglijk naamwoord
-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
tolerant bijvoeglijk naamwoord
-
willing bijvoeglijk naamwoord
-
accommodating bijvoeglijk naamwoord
-
pliable bijvoeglijk naamwoord
-
servient bijvoeglijk naamwoord
-
yielding bijvoeglijk naamwoord
-
obliging bijvoeglijk naamwoord
-
tractable bijvoeglijk naamwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
simple to operate bijvoeglijk naamwoord
-
ready bijvoeglijk naamwoord
-
-
dócil (paciente; resignado)
submissive; patient; long-enduring-
submissive bijvoeglijk naamwoord
-
patient bijvoeglijk naamwoord
-
long-enduring bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor dócil:
Verwante woorden van "dócil":
Synoniemen voor "dócil":
Wiktionary: dócil
dócil
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dócil | → subservient; submissive | ↔ onderdanig — gehoorzaam aan een leider |
• dócil | → compliant; obedient | ↔ folgsam — bereit zu folgen, sich fügend |
• dócil | → docile | ↔ docile — Qui a de la disposition à se laisser conduire et diriger. |
Computer vertaling door derden: