Spaans
Uitgebreide vertaling voor cursi (Spaans) in het Engels
cursi:
-
cursi (civil; burgués; pequeñoburgués)
bourgeois; cramped; confined; petty; petty-bourgeois; provincial; parochial; narrow minded; small-town; lower-middle-class; narrow-mindedness; a small voice; like a narrow minded man-
bourgeois bijvoeglijk naamwoord
-
cramped bijvoeglijk naamwoord
-
confined bijvoeglijk naamwoord
-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
petty-bourgeois bijvoeglijk naamwoord
-
provincial bijvoeglijk naamwoord
-
parochial bijvoeglijk naamwoord
-
narrow minded bijvoeglijk naamwoord
-
small-town bijvoeglijk naamwoord
-
lower-middle-class bijvoeglijk naamwoord
-
narrow-mindedness bijvoeglijk naamwoord
-
a small voice bijvoeglijk naamwoord
-
like a narrow minded man bijvoeglijk naamwoord
-
-
cursi (kitsch; de mal gusto)
-
cursi (melindroso; amanerado; afectado; dengoso)
exaggerated; overdone; excessive; theatrical; immoderate; exorbitant; affected-
exaggerated bijvoeglijk naamwoord
-
overdone bijvoeglijk naamwoord
-
excessive bijvoeglijk naamwoord
-
theatrical bijvoeglijk naamwoord
-
immoderate bijvoeglijk naamwoord
-
exorbitant bijvoeglijk naamwoord
-
affected bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor cursi:
Verwante woorden van "cursi":
Synoniemen voor "cursi":
Wiktionary: cursi
cursi
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• cursi | → tacky | ↔ kitschig — abwertend: künstlerisch minderwertig und geschmacklos; zu Kitsch gehören; unter Kitsch fallen |
• cursi | → show-off | ↔ crâneur — (familier, fr) frimeur, vantard. |
• cursi | → kitschy; tacky | ↔ kitsch — (familier, fr) De mauvais goût, surchargé. |