Capricho: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

capricho:
- quirk; caprice; whim; mood; spur of the moment; fancy; impulse; inconstancy
- intractability; pigheadedness; wilfulness; willfulness; funny streak
Wiktionary:
- capricho → impulse, freak, caprice, velleity, whim
- capricho → caprice, whim, vagary

Spaans

Uitgebreide vertaling voor capricho (Spaans) in het Engels

el capricho (manía; humor; mal humor)
the quirk; the caprice; the whim; the mood; the spur of the moment; the fancy
- quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
- caprice [the ~] zelfstandig naamwoord
- whim [the ~] zelfstandig naamwoord
- mood [the ~] zelfstandig naamwoord
- spur of the moment [the ~] zelfstandig naamwoord
- fancy [the ~] zelfstandig naamwoord
el capricho
the impulse; the caprice; the whim
- impulse [the ~] zelfstandig naamwoord
- caprice [the ~] zelfstandig naamwoord
- whim [the ~] zelfstandig naamwoord
el capricho (inconstancia; antojo; irregularidad; veleidad; volubilidad)
the inconstancy
- inconstancy [the ~] zelfstandig naamwoord

la capricho (obstinación; testarudez; terquedad; tozudez)
the intractability; the pigheadedness; the wilfulness; the willfulness
- intractability [the ~] zelfstandig naamwoord
- pigheadedness [the ~] zelfstandig naamwoord
- wilfulness [the ~] zelfstandig naamwoord
- willfulness [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
la capricho (payasada)
the funny streak
- funny streak [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caprice	capricho; humor; mal humor; manía	antojo; arrebato; racha
fancy	capricho; humor; mal humor; manía	elección; gusto; predilección; preferencia
funny streak	capricho; payasada
impulse	capricho	aficiones; afán; amor; apasionamiento; ardor; deriva; deseo; estimulación; estímulo; fervor; impulso; incentivo; incitación; instigación; instinto; pasión; reanimación; reencarnación
inconstancy	antojo; capricho; inconstancia; irregularidad; veleidad; volubilidad
intractability	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
mood	capricho; humor; mal humor; manía	condición; condición del espíritu; estado de ánimo; estado emocional; humor; mal humor; talante; ánimo
pigheadedness	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
quirk	capricho; humor; mal humor; manía	manía; tic; tic nervioso
spur of the moment	capricho; humor; mal humor; manía	antojo; arrebato; racha
whim	capricho; humor; mal humor; manía	antojo; arrebato; racha
wilfulness	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez	arbitrariedad
willfulness	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez	arbitrariedad
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fancy		agradar; apetecer; aprobar; deleitarse; disfrutar; divertir; gozar; gustar; parecer bien; recrearse

capricho

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• capricho	→ caprice; whim; vagary	↔ caprice — volonté irréfléchie, soudaine et passager.