Home ->Woordenboeken ->Spaans/Engels ->Zoek: casero

Spaanse en Engelse zoekresultaten voor: casero

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

casero:
- home-loving; stay-at-home
caserío:
- hamlet; settlement
Wiktionary:
- casero → landlord
- casero → household, homebrewed, homegrown
- casero → landlord, home made, domestic
- caserío → hamlet
- caserío → hamlet, farm, village, township

Spaans

Uitgebreide vertaling voor casero (Spaans) in het Engels

casero:

casero bijvoeglijk naamwoord

casero (sedentario; muy de casa)
home-loving; stay-at-home
- home-loving bijvoeglijk naamwoord
- stay-at-home bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor casero:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stay-at-home		persona que se queda en casa
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
home-loving	casero; muy de casa; sedentario	local
stay-at-home	casero; muy de casa; sedentario	local

Verwante woorden van "casero":

casera, caseras, caseros

Synoniemen voor "casero":

arrendador; propietario
familiar; hogareño; íntimo

Wiktionary: casero

casero

noun

person who owns and rents land such as a house, apartment, or condo
- landlord → casero; arrendatario; terrateniente

adjective

belonging to same house and family
- household → familiar; casero
homemade
- homebrewed → [[hecho en casa]]; casero
Grown at home
- homegrown → [[de cosecha propia]]; casero

Cross Translation:

From	To	Via
• casero	→ landlord	↔ Hauswirt — der Eigentümer oder Besitzer eines Hauses, der Wohnungen in diesem Haus vermietet
• casero	→ home made	↔ hausgemacht — selbstgemacht, selbst hergestellt (z.B. Nahrungsmittel)
• casero	→ domestic	↔ häuslich — Auf das eigene Heim bezogen; mit dem eigenen Heim verbunden

caserío:

caserío [el ~] zelfstandig naamwoord

el caserío (aldea; hueco; hoyo; agujero; apertura; mancha; destino; abertura; tacha; lugar; pueblo; bache; boquete; hendidura)
the hamlet
- hamlet [the ~] zelfstandig naamwoord
el caserío (asentamiento; establecimiento; colonia; aldea; aldeorrio; aldeita)
the settlement
- settlement [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caserío:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hamlet	abertura; agujero; aldea; apertura; bache; boquete; caserío; destino; hendidura; hoyo; hueco; lugar; mancha; pueblo; tacha	aldea; pueblo
settlement	aldea; aldeita; aldeorrio; asentamiento; caserío; colonia; establecimiento	acorde; acuerdo; arreglo; asentamiento; asentimiento; colonización; comprobación; compromiso; conciliación; constatación; contrato; convenio; definición; desembolso; determinación; disposición; enjugar; establecimiento; estipulación; fijación; liquidación; liquidación de cuentas; liquidar; pacto; pagar de suplemento; pago; permiso; picaporte; ratificación; resolución; saldo; satisfacción; tratado

Verwante woorden van "caserío":

caseríos

Synoniemen voor "caserío":

alquería; cortijo; granja; finca; masía; rancho; estancia

Wiktionary: caserío

caserío

noun

small village
- hamlet → caserío; aldea; aldehuela

Cross Translation:

From	To	Via
• caserío	→ hamlet	↔ Dörfchen — das kleine Dorf
• caserío	→ farm	↔ Gehöft — alte Bezeichnung für Bauernhof
• caserío	→ hamlet; village; township	↔ hameau — En milieu rural, groupe d’habitations à l’écart d’une commune, à laquelle il rattacher administrativement.

Verwante vertalingen van casero