Home ->Woordenboeken ->Spaans/Engels ->Zoek: epidemia

Spaanse en Engelse zoekresultaten voor: epidemia

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

epidemia:
- plague; epidemic; pestilence
Wiktionary:
- epidemia → epidemic, pest
- epidemia → epidemic, pestilence, outbreak

Spaans

Uitgebreide vertaling voor epidemia (Spaans) in het Engels

epidemia:

epidemia [la ~] zelfstandig naamwoord

la epidemia (plaga; azote; calamidad; flagelo)
the plague; the epidemic; the pestilence
- plague [the ~] zelfstandig naamwoord
- epidemic [the ~] zelfstandig naamwoord
- pestilence [the ~] zelfstandig naamwoord
la epidemia
the epidemic
- epidemic [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor epidemia:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
epidemic	azote; calamidad; epidemia; flagelo; plaga
pestilence	azote; calamidad; epidemia; flagelo; plaga
plague	azote; calamidad; epidemia; flagelo; plaga
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
epidemic		epidémico

Verwante woorden van "epidemia":

epidemias

Synoniemen voor "epidemia":

ola; oleada; avalancha; invasión; avenida; flujo; afluencia

Wiktionary: epidemia

epidemia

noun

occurrence of such disease
- epidemic → epidemia
widespread disease
- epidemic → epidemia
plague
- pest → peste; pestilencia; epidemia

Cross Translation:

From	To	Via
• epidemia	→ epidemic; pestilence	↔ Epidemie — massenhaftes Auftreten einer Krankheit innerhalb einer Population
• epidemia	→ epidemic; pestilence	↔ Seuche — Infektionskrankheiten, die in der Form einer Epidemie oder in der Form einer Pandemie bei Mensch oder Tier auftreten
• epidemia	→ epidemic	↔ epidemie — besmettelijke ziekte die zich snel verspreidt onder een groep van mensen
• epidemia	→ epidemic; outbreak	↔ épidémie — médecine\|fr maladie qui atteindre en même temps et dans le même lieu un grand nombre de personnes ou d'animaux.