Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. primavera:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor primavera (Spaans) in het Engels

primavera:

primavera [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la primavera (tiempo primaveral)
    the spring; the springtime; the vernal season; the springtide

Vertaal Matrix voor primavera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spring primavera; tiempo primaveral derivación; desarrollo; filiación; formación; fuente; fuente del río; origen
springtide primavera; tiempo primaveral
springtime primavera; tiempo primaveral
vernal season primavera; tiempo primaveral
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spring germinar; ser elástico

Verwante woorden van "primavera":

  • primaveras

Wiktionary: primavera

primavera
noun
  1. first season

Cross Translation:
FromToVia
primavera spring voorjaar — de lente
primavera spring; springtime Frühling — eine der vier Jahreszeiten der gemäßigten Zonen
primavera spring printemps — L’une des quatre saisons de l’année, entre l’hiver et l’été. Dans l’hémisphère nord, le printemps astronomique s’étend du 7 février au 7 mai, l’équinoxe de printemps représentant le milieu du printemps. Le printemps météorologique (demi-saison se trouvant entre les saison

Verwante vertalingen van primavera