Home ->Woordenboeken ->Spaans/Engels ->Vertaal vástago

Vertaal vástago van Spaans naar Engels

Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vástago:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor vástago (Spaans) in het Engels

vástago:

vástago [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el vástago (pene; gilipollas; polla; )
    the willie; the penis; the dick; the cock; the rod; the prick; the sod
    • willie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penis [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rod [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sod [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. el vástago (brote)
    the sprout; the shoot; the cutting
    • sprout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shoot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cutting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vástago:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cock afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago gallito; gallo; gatillo; grifo de cierre
cutting brote; vástago brote; cepa; corte; destajar; esqueje; mugrón; recorte de periódico; sección
dick afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago
penis afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago
prick afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago bellaco; granuja
rod afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago azote; lingote
shoot brote; vástago brote; cacería; cepa; esqueje; matar; mugrón; partida de caza; rama
sod afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago cepellón; césped
sprout brote; vástago brote; cepa; esqueje; flor; mugrón
willie afiliado; articulación; biela; elemento; falange; gilipollas; gilipuertas; miembro; nudillo; pene; picadura; picha; polla; párrafo; socio; término; tío; varilla; vástago
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prick afilerar; barrenar; picar; pinchar; taladrar
shoot cazar; descargar; disparar; disparar a; filmar; hacer fuego; herir; lanzar; llevar a la pantalla; rodar; tirar; tirar a
sprout brotar; derivarse de; descender de; germinar; ser originario de
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting acre; agresivo; brusco; chillón; cáustico; doloroso; hiriente; mordaz; penetrante; penoso; picante; punzante
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprout germinado

Verwante woorden van "vástago":


Synoniemen voor "vástago":


Wiktionary: vástago

vástago
noun
  1. (detached) shoot or twig
  2. emerging stem and embryonic leaves of a new plant
Cross Translation:
FromToVia
• vástago → stalk ↔ tige — (botanique) partie d’une plante qui sortir de la terre et sur laquelle pousser des branches, des feuilles, des fleurs, des fruits. Organe de la plante, en forme d'axe, qui relie ses organes fondamentaux : feuilles et racines.

Verwante vertalingen van vástago




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0258 seconde
Page rendered in 1.0 seconds