Spaanse synoniemen van auxilio, ander woord voor auxilio

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

auxilio:
- ayuda; asistente; colaborador; ayudante; auxilio; colaboradora; servidor; sirviente; gañán; apoyo; soporte; mantenimiento; socorro; manutención; servicio; sostén; asistencia; entretenimiento; auxilio social; ayuda social; prestación de ayuda; atención al cliente; ayuda económica; prestación de servicios; asistencia familiar; siervo; criado; peón; subsidio de auxilio social; solución; subsidio; paro social; prestaciones por paro; prestación; consentimiento; suavidad; subsidio de paro; muestra de servicio; personal; alivio; alumbrado; moderación; temple; mitigación; aligeramiento
auxiliar:
- auxiliar; asistente administrativo; colaborador; empleada de oficina; asistente; administrativo; funcionario; ayudante; empleado de oficina
- auxiliar; ayudar; atender; asistir; contribuir; servir; colaborar; secundar; cooperar; socorrer
- colaboradora; miembro del personal; ayudante; colega; asistente; auxiliar

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor auxilio in het Spaans

auxilio:

auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord

el auxilio
la ayuda; el asistente; el colaborador; el ayudante; el auxilio; la colaboradora; el servidor; el sirviente; el gañán
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistente [el ~] zelfstandig naamwoord
- colaborador [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- colaboradora [la ~] zelfstandig naamwoord
- servidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- sirviente [el ~] zelfstandig naamwoord
- gañán [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
el apoyo; el soporte; la ayuda; el auxilio; el mantenimiento; el socorro; la manutención; el servicio; el sostén; la asistencia; el entretenimiento; el auxilio social
- apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
- soporte [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- mantenimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- socorro [el ~] zelfstandig naamwoord
- manutención [la ~] zelfstandig naamwoord
- servicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- sostén [el ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- entretenimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
la asistencia; la ayuda; la ayuda social; el auxilio social; el auxilio; la prestación de ayuda; la atención al cliente; la ayuda económica; el apoyo; la prestación de servicios; la asistencia familiar
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda social [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestación de ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- atención al cliente [la ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda económica [la ~] zelfstandig naamwoord
- apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestación de servicios [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia familiar [la ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
el siervo; el sirviente; el criado; la asistencia; el peón; el servidor; el auxilio; el gañán; el ayudante
- siervo [el ~] zelfstandig naamwoord
- sirviente [el ~] zelfstandig naamwoord
- criado [el ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- peón [el ~] zelfstandig naamwoord
- servidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- gañán [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
la prestación de servicios; el servicio; la ayuda; la atención al cliente; el auxilio; la prestación de ayuda; el socorro
- prestación de servicios [la ~] zelfstandig naamwoord
- servicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- atención al cliente [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestación de ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- socorro [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
el soporte; la asistencia; el subsidio de auxilio social; la ayuda; la solución; el auxilio; el subsidio; el paro social; la prestaciones por paro; el ayudante; la prestación; el consentimiento; la suavidad; el auxilio social; la prestación de ayuda; el subsidio de paro
- soporte [el ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- subsidio de auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- solución [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- subsidio [el ~] zelfstandig naamwoord
- paro social [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestaciones por paro [la ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestación [la ~] zelfstandig naamwoord
- consentimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- suavidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestación de ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- subsidio de paro [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
el servicio; la muestra de servicio; la asistencia; el auxilio social; el apoyo; la ayuda; la atención al cliente; el auxilio; el personal
- servicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- muestra de servicio [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
- apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- atención al cliente [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- personal [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
la ayuda; el apoyo; la asistencia; el auxilio social; el servicio; el auxilio; la atención al cliente; la prestación de servicios
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio social [el ~] zelfstandig naamwoord
- servicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- atención al cliente [la ~] zelfstandig naamwoord
- prestación de servicios [la ~] zelfstandig naamwoord
el auxilio
el alivio; la ayuda; el apoyo; la asistencia; el socorro; el auxilio; el alumbrado; la moderación; el temple; la mitigación; el aligeramiento
- alivio [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
- apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
- asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- socorro [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumbrado [el ~] zelfstandig naamwoord
- moderación [la ~] zelfstandig naamwoord
- temple [el ~] zelfstandig naamwoord
- mitigación [la ~] zelfstandig naamwoord
- aligeramiento [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "auxilio":

auxilios

Alternatieve synoniemen voor "auxilio":

arrimadero; arrimo; amparo; sostén; favor; apoyo; protección; cobijo; consuelo; sustento; báculo
asistencia; socorro; colaboración; cooperación
beneficencia; filantropía; caridad; ayuda; atención; humanidad; limosna; merced
brazo; protector; valedor; bienhechor; benefactor; mecenas; padrino
valimiento; valenza
dádiva; donación; donativo; óbolo

auxilio vorm van auxiliar:

auxiliar [el ~] zelfstandig naamwoord

el auxiliar
el auxiliar
- auxiliar [el ~] zelfstandig naamwoord
el auxiliar
el asistente administrativo; el colaborador; la empleada de oficina; el asistente; el administrativo; el auxiliar; el funcionario; el ayudante; el empleado de oficina
- asistente administrativo [el ~] zelfstandig naamwoord
- colaborador [el ~] zelfstandig naamwoord
- empleada de oficina [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistente [el ~] zelfstandig naamwoord
- administrativo [el ~] zelfstandig naamwoord
- auxiliar [el ~] zelfstandig naamwoord
- funcionario [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
- empleado de oficina [el ~] zelfstandig naamwoord

auxiliar werkwoord

auxiliar
auxiliar; ayudar; atender; asistir
- auxiliar werkwoord
- ayudar werkwoord
- atender werkwoord
- asistir werkwoord
auxiliar
asistir; atender; contribuir; ayudar; servir; auxiliar; colaborar; secundar; cooperar; socorrer
- asistir werkwoord
- atender werkwoord
- contribuir werkwoord
- ayudar werkwoord
- servir werkwoord
- auxiliar werkwoord
- colaborar werkwoord
- secundar werkwoord
- cooperar werkwoord
- socorrer werkwoord

Conjugations for auxiliar:

presente

auxilio
auxilias
auxilia
auxiliamos
auxiliáis
auxilian

imperfecto

auxiliaba
auxiliabas
auxiliaba
auxiliábamos
auxiliabais
auxiliaban

indefinido

auxilié
auxiliaste
auxilió
auxiliamos
auxiliasteis
auxiliaron

fut. de ind.

auxiliaré
auxiliarás
auxiliará
auxiliaremos
auxiliaréis
auxiliarán

condic.

auxiliaría
auxiliarías
auxiliaría
auxiliaríamos
auxiliaríais
auxiliarían

pres. de subj.

que auxilie
que auxilies
que auxilie
que auxiliemos
que auxiliéis
que auxilien

imp. de subj.

que auxiliara
que auxiliaras
que auxiliara
que auxiliáramos
que auxiliarais
que auxiliaran

miscelánea

¡auxilia!
¡auxiliad!
¡no auxilies!
¡no auxiliéis!
auxiliado
auxiliando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

auxiliar [la ~] zelfstandig naamwoord

la auxiliar
la colaboradora; la miembro del personal; la ayudante; la colega; la asistente; la auxiliar
- colaboradora [la ~] zelfstandig naamwoord
- miembro del personal [la ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [la ~] zelfstandig naamwoord
- colega [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistente [la ~] zelfstandig naamwoord
- auxiliar [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "auxiliar":

accesorio; circunstancial; complemento; secundario; utensilio; complementario; suplemento; prescindible; adminículo; accidental
agregado; ayudante; colaborador; asociado
auspiciar; favorecer; proteger; amparar; apoyar; asistir; socorrer; respaldar; secundar; patrocinar; promocionar; tutelar
edecán; asistente; djuto; adlátere; acólito
ayudar; defender; valer
beneficiar; donar; hacer el bien; subvencionar; bonificar; dispensar; conceder; cuidar; otorgar; agraciar; rebajar; descontar; deducir; reducir; compensar; abonar
salvar; rescatar; librar; liberar; redimir; guardar

Verwante synoniemen voor auxilio

Remove Ads

Synoniemen voor "auxilio" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor auxilio in het Spaans

auxilio:

auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

el auxilio

Verwante woorden van "auxilio":

Alternatieve synoniemen voor "auxilio":

auxilio vorm van auxiliar:

auxiliar [el ~] zelfstandig naamwoord

el auxiliar

el auxiliar

auxiliar werkwoord

auxiliar

auxiliar

Conjugations for auxiliar:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

auxiliar [la ~] zelfstandig naamwoord

la auxiliar

Alternatieve synoniemen voor "auxiliar":

Verwante synoniemen voor auxilio