Spaans

Uitgebreide synoniemen voor cariño in het Spaans

cariño:

cariño [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cariño
    el cariño; la muchacha; el corazón; la chica; la querida; el tesoro; el amor; el querido; la niña; el ángel; el amado; la fortuna; la moza; la nene; el amante
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • muchacha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • corazón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chica [la ~] zelfstandig naamwoord
    • querida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tesoro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • querido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • niña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ángel [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fortuna [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nene [la ~] zelfstandig naamwoord
    • amante [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el cariño
    el amor; el cariño; la pasión; la ternura; la afición; la intimidad
    • amor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pasión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ternura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • afición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • intimidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. el cariño
    el corazón; el querido; el cariño; el amor; el tesoro; el cielo
    • corazón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • querido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tesoro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cielo [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el cariño
    el angelito; el cariño
    • angelito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el cariño
    el cariño; la monada
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • monada [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. el cariño
    el cariño
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. el cariño
    la novia; el cariño; el amor
    • novia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amor [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. el cariño
    el cariño; la persona muy sociable
  9. el cariño
    el cariño; el corazón
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • corazón [el ~] zelfstandig naamwoord
  10. el cariño
    la suavidad; la ternura; la dulzura; el cariño; la afición; el amor; el apasionamiento
  11. el cariño
    la simpatía; el cariño; el afecto
    • simpatía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cariño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • afecto [el ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "cariño":


Verwante synoniemen voor cariño