Spaanse synoniemen van disimulo, ander woord voor disimulo

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

disimulo:
- disimulo; misterio; secreto; discreción; sigilo; clandestinidad; encubrimiento; ocultación; disimulación
- disimulo; engaño; traición; falsedad; impostura; embuste; superchería; amaneramiento; mendacidad; falsía; artificialidad; mentira; actuación; estafa; fraude
disimular:
- esconder; ocultar; disimular; proteger; defensar; guardar; encubrir; robar; defraudar; evitar; escapar; mangar; disentir; divergir; huntar; desfalcar; mangar a; guardarse de

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor disimulo in het Spaans

disimulo:

disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord

el disimulo
el disimulo
- disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord
el disimulo
el misterio; el secreto; la discreción; el disimulo; el sigilo
- misterio [el ~] zelfstandig naamwoord
- secreto [el ~] zelfstandig naamwoord
- discreción [la ~] zelfstandig naamwoord
- disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- sigilo [el ~] zelfstandig naamwoord
el disimulo
la clandestinidad; el disimulo; la discreción; el encubrimiento; la ocultación; la disimulación
- clandestinidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- discreción [la ~] zelfstandig naamwoord
- encubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- ocultación [la ~] zelfstandig naamwoord
- disimulación [la ~] zelfstandig naamwoord
el disimulo
el disimulo; el encubrimiento
- disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- encubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord

disimulo [la ~] zelfstandig naamwoord

la disimulo
la disimulo; el engaño; la traición; la falsedad; la impostura; el embuste; la superchería; el amaneramiento; la mendacidad; la falsía
- disimulo [la ~] zelfstandig naamwoord
- engaño [el ~] zelfstandig naamwoord
- traición [la ~] zelfstandig naamwoord
- falsedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- impostura [la ~] zelfstandig naamwoord
- embuste [el ~] zelfstandig naamwoord
- superchería [la ~] zelfstandig naamwoord
- amaneramiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- mendacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- falsía [la ~] zelfstandig naamwoord
la disimulo
la artificialidad; la mentira; la actuación; la disimulo; el engaño; la estafa; el fraude; la falsedad; la impostura; la falsía
- artificialidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- mentira [la ~] zelfstandig naamwoord
- actuación [la ~] zelfstandig naamwoord
- disimulo [la ~] zelfstandig naamwoord
- engaño [el ~] zelfstandig naamwoord
- estafa [la ~] zelfstandig naamwoord
- fraude [el ~] zelfstandig naamwoord
- falsedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- impostura [la ~] zelfstandig naamwoord
- falsía [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "disimulo":

disimulos

Alternatieve synoniemen voor "disimulo":

bigardía; burla; chasco; fingimiento; inocentada
embozo; encubrimiento; ocultación; disfraz; tapujo; enmascaramiento; ambages
embuchado; máscara; engaño; simulación; apaño
patraña; enredo; farsa
silencio; reserva; sigilo; circunspección; misterio

disimulo vorm van disimular:

disimular werkwoord

disimular
esconder; ocultar; disimular
- esconder werkwoord
- ocultar werkwoord
- disimular werkwoord
disimular
proteger; esconder; defensar; guardar; disimular
- proteger werkwoord
- esconder werkwoord
- defensar werkwoord
- guardar werkwoord
- disimular werkwoord
disimular
ocultar; disimular
- ocultar werkwoord
- disimular werkwoord
disimular
disimular; encubrir
- disimular werkwoord
- encubrir werkwoord
disimular
robar; defraudar; evitar; escapar; disimular; mangar; disentir; divergir; huntar; desfalcar; mangar a; guardarse de
- robar werkwoord
- defraudar werkwoord
- evitar werkwoord
- escapar werkwoord
- disimular werkwoord
- mangar werkwoord
- disentir werkwoord
- divergir werkwoord
- huntar werkwoord
- desfalcar werkwoord
- mangar a werkwoord
- guardarse de werkwoord

Conjugations for disimular:

presente

disimulo
disimulas
disimula
disimulamos
disimuláis
disimulan

imperfecto

disimulaba
disimulabas
disimulaba
disimulábamos
disimulabais
disimulaban

indefinido

disimulé
disimulaste
disimuló
disimulamos
disimulasteis
disimularon

fut. de ind.

disimularé
disimularás
disimulará
disimularemos
disimularéis
disimularán

condic.

disimularía
disimularías
disimularía
disimularíamos
disimularíais
disimularían

pres. de subj.

que disimule
que disimules
que disimule
que disimulemos
que disimuléis
que disimulen

imp. de subj.

que disimulara
que disimularas
que disimulara
que disimuláramos
que disimularais
que disimularan

miscelánea

¡disimula!
¡disimulad!
¡no disimules!
¡no disimuléis!
disimulado
disimulando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Alternatieve synoniemen voor "disimular":

enmascarar; ocultar; esconder; encubrir; disfrazar; tapar; velar
paliar; atenuar; templar; ablandar; disculpar; exculpar; aliviar; mitigar; calmar; apaciguar; suavizar; disminuir; dulcificar; excusar; atemperar
simular; fingir; aparentar; afectar

Verwante synoniemen voor disimulo

sin disimulo

Remove Ads

Synoniemen voor "disimulo" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor disimulo in het Spaans

disimulo:

disimulo [el ~] zelfstandig naamwoord

el disimulo

el disimulo

el disimulo

el disimulo

disimulo [la ~] zelfstandig naamwoord

la disimulo

la disimulo

Verwante woorden van "disimulo":

Alternatieve synoniemen voor "disimulo":

disimulo vorm van disimular:

disimular werkwoord

disimular

disimular

disimular

disimular

disimular

Conjugations for disimular:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

Alternatieve synoniemen voor "disimular":

Verwante synoniemen voor disimulo