Spaans

Uitgebreide synoniemen voor dulce in het Spaans

dulce:

dulce bijvoeglijk naamwoord

  1. dulce
    suave; dulce; tierno; leve
    • suave bijvoeglijk naamwoord
    • dulce bijvoeglijk naamwoord
    • tierno bijvoeglijk naamwoord
    • leve bijvoeglijk naamwoord
  2. dulce
    dulce; azucarado
  3. dulce
    dulce
    • dulce bijvoeglijk naamwoord
  4. dulce
    dulce; amada; atractivo; con gracia; hermoso
  5. dulce
    dulzón; dulce
  6. dulce
    amada; fino; atractivo; elegante; gracioso; sutilmente; querido; dulce; delicado; ameno; agraciado; hermoso; airoso; finamente; delicadamente; decorativo; con gracia
  7. dulce
    suave; lujoso; suculento; jugoso; dulce; tierno; blando; abundante; templado; flojo; exuberante; suntuoso

dulce [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el dulce
    el caramelo; el dulce; el dulces; la golosinas; el azúcar cande; la chucherías; el confite; la sabrosidad; el confites
  2. el dulce
    el dulce; el caramelo
    • dulce [el ~] zelfstandig naamwoord
    • caramelo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el dulce
    el refrigerio; la chucherías; el dulce; el dulces; el caramelo; el azúcar cande; el artículos de confitería

Verwante woorden van "dulce":


Alternatieve synoniemen voor "dulce":


Verwante synoniemen voor dulce