Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal figura

Synoniemen voor "figura" in het Spaans

Overzicht
Spaans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. figura:
  2. figurar:

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor figura in het Spaans

figura:

figura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la figura
    la aparición; la figura
  2. la figura
    la persona; el tipo; el personaje; el género humano; la personalidad; el ser humano; la figura; el hombre
  3. la figura
    el aspecto; el semblante; el aire; la expresión; la cara; la figura
    • aspecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • semblante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aire [el ~] zelfstandig naamwoord
    • expresión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cara [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la figura
    la forma; la figura
    • forma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la figura
    la forma; la talla; la postura; el personaje; la aparición; la silueta; el tipo; el molde; la estatura; la figura; el aparecido; el modal
    • forma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • talla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • postura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • personaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • silueta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tipo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • molde [el ~] zelfstandig naamwoord
    • estatura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aparecido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • modal [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. la figura
    el tamaño; la sombra; la estatura; la visión; el forma; la aparición; el fantasma; la impresión; la figura; la silueta
    • tamaño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sombra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estatura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • visión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • forma [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fantasma [el ~] zelfstandig naamwoord
    • impresión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • silueta [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. la figura
    el tipo; el personaje; el tío; la figura; el individual
    • tipo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • personaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • individual [el ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "figura":


figurar:

figurar werkwoord

  1. figurar
    figurar; acabar; actuar; hacer teatro; participar en el juego; poner en escena

Conjugations for figurar:

presente
  1. figuro
  2. figuras
  3. figura
  4. figuramos
  5. figuráis
  6. figuran
imperfecto
  1. figuraba
  2. figurabas
  3. figuraba
  4. figurábamos
  5. figurabais
  6. figuraban
indefinido
  1. figuré
  2. figuraste
  3. figuró
  4. figuramos
  5. figurasteis
  6. figuraron
fut. de ind.
  1. figuraré
  2. figurarás
  3. figurará
  4. figuraremos
  5. figuraréis
  6. figurarán
condic.
  1. figuraría
  2. figurarías
  3. figuraría
  4. figuraríamos
  5. figuraríais
  6. figurarían
pres. de subj.
  1. que figure
  2. que figures
  3. que figure
  4. que figuremos
  5. que figuréis
  6. que figuren
imp. de subj.
  1. que figurara
  2. que figuraras
  3. que figurara
  4. que figuráramos
  5. que figurarais
  6. que figuraran
miscelánea
  1. ¡figura!
  2. ¡figurad!
  3. ¡no figures!
  4. ¡no figuréis!
  5. figurado
  6. figurando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Verwante synoniemen voor figura







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0424 seconde
Page rendered in 1.0 seconds