Spaans
Uitgebreide synoniemen voor finalmente in het Spaans
finalmente:
-
finalmente
finalmente; por fin; por último; al fin; al fin y al cabo; a fin de cuentas-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
por fin bijvoeglijk naamwoord
-
por último bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
al fin y al cabo bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
finalmente; al fin y al cabo; por fin; por último; en último lugar; al final; a fin de cuentas; al fin; final-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al fin y al cabo bijvoeglijk naamwoord
-
por fin bijvoeglijk naamwoord
-
por último bijvoeglijk naamwoord
-
en último lugar bijvoeglijk naamwoord
-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
finalmente; al fin; al fin y al cabo-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
al fin y al cabo bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
último; final; al final; finalmente; al fin; definitivo; irremediable; ineludible; irrevocable; en último lugar; decisivo; a fin de cuentas; inevitable; irreparable-
último bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
definitivo bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
ineludible bijvoeglijk naamwoord
-
irrevocable bijvoeglijk naamwoord
-
en último lugar bijvoeglijk naamwoord
-
decisivo bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
irreparable bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
finalmente-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
al final; a fin de cuentas; finalmente; en último lugar; por último; en fin de cuentas; final; por fin; al fin; al fin y al cabo-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
en último lugar bijvoeglijk naamwoord
-
por último bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
por fin bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
al fin y al cabo bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
después de todo; finalmente; al fin y al cabo; al final; por último; a fin de cuentas; en fin de cuentas-
después de todo bijvoeglijk naamwoord
-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al fin y al cabo bijvoeglijk naamwoord
-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
por último bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
-
finalmente
definitivo; final; decisivo; en último lugar; finalmente; al final; al fin; ineludible; irrevocable; irremediable; irreparable; a fin de cuentas-
definitivo bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
decisivo bijvoeglijk naamwoord
-
en último lugar bijvoeglijk naamwoord
-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
ineludible bijvoeglijk naamwoord
-
irrevocable bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
irreparable bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-