Spaanse synoniemen van fortaleza, ander woord voor fortaleza

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

fortaleza:
- fuerza; fortaleza; castillo; fortificación; ciudadela; vitalidad; dinamismo; energía; cerraja; cerradura; fuerte; fin; vigor; poder; capacidad; dominio; potencia; potencial; autoridad; potestad; vigencia; torre; plaza fuerte; cierre; final; roque; aeréa fortificada; validez; valentía; eficacia; entusiasmo; ganas de trabajar; capacidad de trabajo; capacidad laboral; tracción; propulsión; facultad; locomoción; fuerza motriz; fuerza propulsora

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor fortaleza in het Spaans

fortaleza:

fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord

la fortaleza
la fuerza; la fortaleza
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
el castillo; la fortaleza; la fortificación; la ciudadela
- castillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortificación [la ~] zelfstandig naamwoord
- ciudadela [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
la fortaleza
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
la vitalidad; la fortaleza; el dinamismo; la energía
- vitalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- dinamismo [el ~] zelfstandig naamwoord
- energía [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
la cerraja; la fortaleza; la cerradura; el fuerte; el fin; el castillo; la ciudadela
- cerraja [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- cerradura [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerte [el ~] zelfstandig naamwoord
- fin [el ~] zelfstandig naamwoord
- castillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- ciudadela [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
el vigor; la fuerza; el poder; la capacidad; el dominio; la fortaleza; la potencia; el potencial; la energía; el dinamismo; la vitalidad; la autoridad; la potestad; la vigencia
- vigor [el ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder [el ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- dominio [el ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- potencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- potencial [el ~] zelfstandig naamwoord
- energía [la ~] zelfstandig naamwoord
- dinamismo [el ~] zelfstandig naamwoord
- vitalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- autoridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- potestad [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
el fuerte; la torre; la plaza fuerte; la fortaleza; la fortificación; el cierre; el castillo; el final; la ciudadela; el roque; el fin; la cerradura
- fuerte [el ~] zelfstandig naamwoord
- torre [la ~] zelfstandig naamwoord
- plaza fuerte [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortificación [la ~] zelfstandig naamwoord
- cierre [el ~] zelfstandig naamwoord
- castillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- final [el ~] zelfstandig naamwoord
- ciudadela [la ~] zelfstandig naamwoord
- roque [el ~] zelfstandig naamwoord
- fin [el ~] zelfstandig naamwoord
- cerradura [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
la fortaleza; la fortificación; la aeréa fortificada
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortificación [la ~] zelfstandig naamwoord
- aeréa fortificada [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
el vigor; la validez; la vigencia; la valentía; la vitalidad; la fuerza; la fortaleza; la eficacia; la energía; el entusiasmo; la ganas de trabajar; la capacidad de trabajo; la capacidad laboral
- vigor [el ~] zelfstandig naamwoord
- validez [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- valentía [la ~] zelfstandig naamwoord
- vitalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- eficacia [la ~] zelfstandig naamwoord
- energía [la ~] zelfstandig naamwoord
- entusiasmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- ganas de trabajar [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad de trabajo [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad laboral [la ~] zelfstandig naamwoord
la fortaleza
la tracción; la fuerza; la propulsión; el vigor; la fortaleza; la facultad; la locomoción; la fuerza motriz; la fuerza propulsora
- tracción [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- propulsión [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigor [el ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- facultad [la ~] zelfstandig naamwoord
- locomoción [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza motriz [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza propulsora [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "fortaleza":

fortalezas

Alternatieve synoniemen voor "fortaleza":

alcazaba; castillo; fortificación; fortín; fuerte
basílica; iglesia; palacio; alcázar; monumento; catedral; templo; santuario; panteón; mausoleo
vitalidad; dinamismo; empuje; ánimo; vivacidad; vida; brío; vigor; energía; fuerza

Remove Ads

Synoniemen voor "fortaleza" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor fortaleza in het Spaans

fortaleza:

fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

la fortaleza

Verwante woorden van "fortaleza":

Alternatieve synoniemen voor "fortaleza":