Spaans

Uitgebreide synoniemen voor huella in het Spaans

huella:

huella [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el huella
    el print-out; el huella; la copia; la ilustración; la estampa

huella [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la huella
    la espuela; el espolón; la vía; la huella; el esporo; el vestigio; la indicación
    • espuela [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espolón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • huella [la ~] zelfstandig naamwoord
    • esporo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vestigio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • indicación [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la huella
    la huella del pie; la huella
  3. la huella
    la golpe de cascos; la huella; el chacoloteo de cascos; el ruido de cascos
  4. la huella
    el paso; la pisada; la huella del pie; la huella
    • paso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pisada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • huella del pie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • huella [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la huella
    el resto; la sobra; el depósito; el rastro; el poso; el despojo; el remanente; la huella; el residuo; el desperdicio; el excedente; la borra; el sedimento; el surplús; el últimos restos

Alternatieve synoniemen voor "huella":


Verwante synoniemen voor huella