Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal plazo

Synoniemen voor "plazo" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

plazo:
- plazo; época; espacio de tiempo; lapso de tiempo; término; período; duración

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor plazo in het Spaans

plazo:

plazo [el ~] zelfstandig naamwoord

el plazo
el plazo
- plazo [el ~] zelfstandig naamwoord
el plazo
la época; el espacio de tiempo; el lapso de tiempo; el plazo; el término; el período
- época [la ~] zelfstandig naamwoord
- espacio de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapso de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
- plazo [el ~] zelfstandig naamwoord
- término [el ~] zelfstandig naamwoord
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
el plazo
el espacio de tiempo; el plazo; el término; la duración; el período; el lapso de tiempo
- espacio de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
- plazo [el ~] zelfstandig naamwoord
- término [el ~] zelfstandig naamwoord
- duración [la ~] zelfstandig naamwoord
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapso de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
el plazo
el espacio de tiempo; el plazo; el término; el período; el lapso de tiempo
- espacio de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
- plazo [el ~] zelfstandig naamwoord
- término [el ~] zelfstandig naamwoord
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapso de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "plazo":

plaza, plazas

Alternatieve synoniemen voor "plazo":

década; decenio; período; lapso; término; división
fecha; día; data; aniversario; vencimiento; momento; época
intervalo; transcurso; espacio; tiempo; curso; etapa
legislatura; reunión; sesión; asamblea; vigencia
pago; cuota; suscripción

Verwante synoniemen voor plazo