Spaans

Uitgebreide synoniemen voor presteza in het Spaans

presteza:

presteza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la presteza
    la destreza; la aptitud; la experiencia; la presteza
  2. la presteza
    el conocimientos; la presteza; la profesionalidad; la pericia
  3. la presteza
    el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pericia [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la presteza
    la de prisa; la prisas; la urgencia; la premura; el apresuramiento; la presteza; la rapidez; el apremio; la prontitud; la marcha; el afán; la diligencia

Alternatieve synoniemen voor "presteza":