Spaanse synoniemen van residencia, ander woord voor residencia

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

residencia:
- residencia; alojamiento; estancia; casita; permanencia; casilla; caseta; campana de cristal; casa; domicilio; vivienda; hogar; base; casa de locos; hospital psiquiátrico; institución; amoblamiento; clínica psiquiátrica; centro; hospital; asilo; hospicio; asilo para locos; asilo para dementes; templete; casita de campo; cabaña; concha; choza; casucha

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor residencia in het Spaans

residencia:

residencia [la ~] zelfstandig naamwoord

la residencia
la residencia; el alojamiento; la estancia; la casita; la permanencia; la casilla; la caseta; la campana de cristal
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- alojamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- estancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- casita [la ~] zelfstandig naamwoord
- permanencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- casilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- caseta [la ~] zelfstandig naamwoord
- campana de cristal [la ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
la casa; la residencia
- casa [la ~] zelfstandig naamwoord
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
el domicilio; la residencia; la vivienda; el hogar; la permanencia; la base
- domicilio [el ~] zelfstandig naamwoord
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- vivienda [la ~] zelfstandig naamwoord
- hogar [el ~] zelfstandig naamwoord
- permanencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- base [la ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
la base; la residencia
- base [la ~] zelfstandig naamwoord
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
la casa de locos; el hospital psiquiátrico; la institución; la residencia; el amoblamiento; la clínica psiquiátrica; el centro; el hospital; el asilo; el hospicio; el asilo para locos; el asilo para dementes
- casa de locos [la ~] zelfstandig naamwoord
- hospital psiquiátrico [el ~] zelfstandig naamwoord
- institución [la ~] zelfstandig naamwoord
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- amoblamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- clínica psiquiátrica [la ~] zelfstandig naamwoord
- centro [el ~] zelfstandig naamwoord
- hospital [el ~] zelfstandig naamwoord
- asilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- hospicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- asilo para locos [el ~] zelfstandig naamwoord
- asilo para dementes [el ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
la casita; el templete; el alojamiento; la casita de campo; la cabaña; la casilla; la concha; la residencia; la choza; la casucha
- casita [la ~] zelfstandig naamwoord
- templete [el ~] zelfstandig naamwoord
- alojamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- casita de campo [la ~] zelfstandig naamwoord
- cabaña [la ~] zelfstandig naamwoord
- casilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- concha [la ~] zelfstandig naamwoord
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- choza [la ~] zelfstandig naamwoord
- casucha [la ~] zelfstandig naamwoord
la residencia
la residencia
- residencia [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "residencia":

apartamento; habitáculo; habitación; alojamiento; vivienda; domicilio; casa; morada
lar; hogar; techo; cobijo; aposento
nido; conejera; nidal; madriguera; ponedero; cavidad; refugio; hueco; pajarera

Verwante synoniemen voor residencia

Remove Ads

Synoniemen voor "residencia" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor residencia in het Spaans

residencia:

residencia [la ~] zelfstandig naamwoord

la residencia

la residencia

la residencia

la residencia

la residencia

la residencia

la residencia

Alternatieve synoniemen voor "residencia":

Verwante synoniemen voor residencia