Spaanse synoniemen van ruina, ander woord voor ruina

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

ruina:
- estropicio; ruina; porquería; batiburrillo; grupo; desorden; caos; banda; laberinto; pandemónium; destrozos; rollo; estragos; maraña; escombros; madeja; ovillo; disturbios; ruinas; dédalo; enredo; perturbación; tumulto; escombrera; pérdida; derrota; perdición; baja; trampa; inclinación; fracaso; caída; crisis; hundimiento; derrumbe; bache; colapso; bajón; desplome; recesión; derrumbamiento; recaída; crac; desmoronamiento; aplanamiento; driza; desastre; anulación; declaración de nulidad; anulaciones; supresión; revocación; rescición; retractación

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor ruina in het Spaans

ruina:

ruina [la ~] zelfstandig naamwoord

la ruina
el estropicio; la ruina; la porquería; el batiburrillo; el grupo; el desorden; el caos; la banda
- estropicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- batiburrillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
- desorden [el ~] zelfstandig naamwoord
- caos [el ~] zelfstandig naamwoord
- banda [la ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
la ruina
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
el laberinto; el pandemónium; el desorden; el destrozos; el rollo; el estragos; la maraña; el escombros; la madeja; el ovillo; el disturbios; la ruina; la ruinas; el dédalo; el enredo; la perturbación; el tumulto; la escombrera
- laberinto [el ~] zelfstandig naamwoord
- pandemónium [el ~] zelfstandig naamwoord
- desorden [el ~] zelfstandig naamwoord
- destrozos [el ~] zelfstandig naamwoord
- rollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- estragos [el ~] zelfstandig naamwoord
- maraña [la ~] zelfstandig naamwoord
- escombros [el ~] zelfstandig naamwoord
- madeja [la ~] zelfstandig naamwoord
- ovillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- disturbios [el ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruinas [la ~] zelfstandig naamwoord
- dédalo [el ~] zelfstandig naamwoord
- enredo [el ~] zelfstandig naamwoord
- perturbación [la ~] zelfstandig naamwoord
- tumulto [el ~] zelfstandig naamwoord
- escombrera [la ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
la pérdida; la derrota; la perdición; la ruina
- pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
- derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
- perdición [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
la baja; la trampa; la inclinación; el fracaso; la caída; la crisis; la ruina; el hundimiento; el derrumbe; el bache; el colapso; el bajón; el desplome; la recesión; el derrumbamiento; la recaída; el crac; el desmoronamiento; el aplanamiento; la driza
- baja [la ~] zelfstandig naamwoord
- trampa [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord
- caída [la ~] zelfstandig naamwoord
- crisis [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- hundimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbe [el ~] zelfstandig naamwoord
- bache [el ~] zelfstandig naamwoord
- colapso [el ~] zelfstandig naamwoord
- bajón [el ~] zelfstandig naamwoord
- desplome [el ~] zelfstandig naamwoord
- recesión [la ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- recaída [la ~] zelfstandig naamwoord
- crac [el ~] zelfstandig naamwoord
- desmoronamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- aplanamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- driza [la ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
el desplome; la derrota; el desastre; la ruina; el derrumbe; el colapso; el derrumbamiento
- desplome [el ~] zelfstandig naamwoord
- derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
- desastre [el ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbe [el ~] zelfstandig naamwoord
- colapso [el ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
la ruina
la anulación; la declaración de nulidad; la anulaciones; la supresión; la revocación; la ruina; la rescición; la retractación
- anulación [la ~] zelfstandig naamwoord
- declaración de nulidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- anulaciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- supresión [la ~] zelfstandig naamwoord
- revocación [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- rescición [la ~] zelfstandig naamwoord
- retractación [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "ruina":

acabose; colmo; exceso; súmmum; desastre; catástrofe
debacle; calamidad; hecatombe; desgracia
empobrecimiento; debilitación; depauperación; disminución; deterioro
guiñapo; piltrafa; débil; raquítico; enfermizo
quiebra; bancarrota

Verwante synoniemen voor ruina

Remove Ads

Synoniemen voor "ruina" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor ruina in het Spaans

ruina:

ruina [la ~] zelfstandig naamwoord

la ruina

la ruina

la ruina

la ruina

la ruina

la ruina

la ruina

Alternatieve synoniemen voor "ruina":

Verwante synoniemen voor ruina