Spaans

Uitgebreide synoniemen voor viruta in het Spaans

viruta:

viruta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la viruta
    la viruta; la astilla; la acepilladura; la viruta de madera
  2. la viruta
    la viruta; el remo
    • viruta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • remo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. la viruta
    la viruta; la acepilladura
  4. la viruta
    la viruta; la acepilladura; la viruta de madera
  5. la viruta
    la aguada; la botella; el rizo; la astilla; la viruta; el bucle; el orinal; el urinario; el meadero; el ringorrango; la acepilladura
    • aguada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • botella [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rizo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • astilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viruta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bucle [el ~] zelfstandig naamwoord
    • orinal [el ~] zelfstandig naamwoord
    • urinario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • meadero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ringorrango [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acepilladura [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. la viruta
    el ensortijamiento; el rizo; la astilla; la viruta; el bucle; el corillo; la encrespadura; la acepilladura; el ringorrango

Verwante woorden van "viruta":


Alternatieve synoniemen voor "viruta":


Verwante synoniemen voor viruta