Continuo: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

continuo:
- continuellement; constamment; continu; incessant; sans cesse; continuelle; constant; sans interruption; ininterrompu; continuel; sans relâche; suivi; courant; permanent; d'une façon permanente; tout le temps; éternellement; toujours; perpétuellement; imperturbable; sans se lasser; non fatigué; acharné; persistant; obstiné; obstinément; persévérant; avec acharnement; durable; inlassable; infatigable
continuar:
- continuer; persister; se continuer; se poursuivre; durer; endurer; persévérer; supporter; résister; subsister; tenir le coup; tenir jusqu'au bout; poursuivre; prolonger; entretenir; laisser continuer; faire durer; continuer à travailler; avancer; continuer sa route
Wiktionary:
- continuo → continu, continuel, permanent
- continuo → continuel, continu, constant, constante, immuable, invariable, régulier, régulière, continue, ininterrompu, ininterrompue, permanent, permanente, perpétuel, perpétuelle, persistant, persistante, valable, ferme, impassible, imperturbable, stoïque, incessant
- continuar → continuer, reconduire
- continuar → continuer, maintenir, recommencer, reprendre, poursuivre

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

continuo:
Het woord continuo is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van frans naar spaans.
- Synoniemen voor "continuo":
  basse continue

Spaans

Uitgebreide vertaling voor continuo (Spaans) in het Frans

continuo:

continuo bijvoeglijk naamwoord

continuo (cada vez; continuamente; constante; incesante; permanente; constantemente; ininterrumpido; en todo momento; sin acabar; sin interrupción)
continuellement; constamment; continu; incessant; sans cesse; continuelle; constant; sans interruption; ininterrompu; continuel; sans relâche
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- constamment bijvoeglijk naamwoord
- continu bijvoeglijk naamwoord
- incessant bijvoeglijk naamwoord
- sans cesse bijvoeglijk naamwoord
- continuelle bijvoeglijk naamwoord
- constant bijvoeglijk naamwoord
- sans interruption bijvoeglijk naamwoord
- ininterrompu bijvoeglijk naamwoord
- continuel bijvoeglijk naamwoord
- sans relâche bijvoeglijk naamwoord
continuo (permanente; continuamente; ininterrumpido; sin parar)
suivi; courant; ininterrompu; continuel; continu; continuellement; permanent; sans interruption; d'une façon permanente
- suivi bijvoeglijk naamwoord
- courant bijvoeglijk naamwoord
- ininterrompu bijvoeglijk naamwoord
- continuel bijvoeglijk naamwoord
- continu bijvoeglijk naamwoord
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- permanent bijvoeglijk naamwoord
- sans interruption bijvoeglijk naamwoord
- d'une façon permanente bijvoeglijk naamwoord
continuo (duradero; permanente; perdurable)
continuellement; tout le temps
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- tout le temps bijvoeglijk naamwoord
continuo (perpetuo; eterno; constante; interminable; permanente; incesante; continuamente)
éternellement; continu; constant; toujours; permanent; sans cesse; ininterrompu; continuellement; constamment; incessant; tout le temps; perpétuellement; continuel; continuelle; sans relâche; sans interruption
- éternellement bijvoeglijk naamwoord
- continu bijvoeglijk naamwoord
- constant bijvoeglijk naamwoord
- toujours bijvoeglijk naamwoord
- permanent bijvoeglijk naamwoord
- sans cesse bijvoeglijk naamwoord
- ininterrompu bijvoeglijk naamwoord
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- constamment bijvoeglijk naamwoord
- incessant bijvoeglijk naamwoord
- tout le temps bijvoeglijk naamwoord
- perpétuellement bijvoeglijk naamwoord
- continuel bijvoeglijk naamwoord
- continuelle bijvoeglijk naamwoord
- sans relâche bijvoeglijk naamwoord
- sans interruption bijvoeglijk naamwoord
continuo (infatigable; constante; constantemente; continuamente; incansable)
sans cesse; imperturbable; permanent; constamment; continuellement; continuel; sans se lasser; non fatigué
- sans cesse bijvoeglijk naamwoord
- imperturbable bijvoeglijk naamwoord
- permanent bijvoeglijk naamwoord
- constamment bijvoeglijk naamwoord
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- continuel bijvoeglijk naamwoord
- sans se lasser bijvoeglijk naamwoord
- non fatigué bijvoeglijk naamwoord
continuo (persistente; perseverante; pertinaz)
acharné; persistant; obstiné; obstinément; persévérant; avec acharnement
- acharné bijvoeglijk naamwoord
- persistant bijvoeglijk naamwoord
- obstiné bijvoeglijk naamwoord
- obstinément bijvoeglijk naamwoord
- persévérant bijvoeglijk naamwoord
- avec acharnement bijvoeglijk naamwoord
continuo (constante; sólido; permanente; constantemente; fuerte; estable; duradero; continuamente; perdurable)
permanent; durable; continuel; constant
- permanent bijvoeglijk naamwoord
- durable bijvoeglijk naamwoord
- continuel bijvoeglijk naamwoord
- constant bijvoeglijk naamwoord
continuo (incansable; constante; constantemente; continuamente; infatigable)
continuellement; inlassable; infatigable
- continuellement bijvoeglijk naamwoord
- inlassable bijvoeglijk naamwoord
- infatigable bijvoeglijk naamwoord
continuo (perseverante; incansable; infatigable)
imperturbable; sans se lasser; non fatigué
- imperturbable bijvoeglijk naamwoord
- sans se lasser bijvoeglijk naamwoord
- non fatigué bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor continuo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
courant		ardor; arrebato; arroyo; corriente marina; electricidad; fluido; riachuelo; riachuezo; riada; río; tendencia intelectual; torrente
permanent		dispensado
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
suivi		seguimiento; traza
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acharné	continuo; perseverante; persistente; pertinaz	apasionado; caprichoso; contumaz; convulsivo; empedernido; encarnizado; enconado; estridente; feroz; fuerte; furioso; intenso; mordaz; obstinado; sañudo; tenaz; tesonero; torvo; tozudo
avec acharnement	continuo; perseverante; persistente; pertinaz
constamment	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incansable; incesante; infatigable; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción	constantemente; continuamente; en todo momento; firme; incesantemente; inquebrantable; invariablemente; irrefutable; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
constant	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; duradero; en todo momento; estable; eterno; fuerte; incesante; ininterrumpido; interminable; perdurable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sólido	constante; constantemente; continuamente; duro y parejo; en todo momento; estable; firme; incesantemente; inquebrantable; invariable; invariablemente; irrefutable; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo; uniforme
continu	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sin parar	constantemente; continuamente; en todo momento; incesantemente; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
continuel	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; duradero; en todo momento; estable; eterno; fuerte; incansable; incesante; infatigable; ininterrumpido; interminable; perdurable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sin parar; sólido	constante; constantemente; continuamente; duro y parejo; en todo momento; estable; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
continuelle	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción	constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
continuellement	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; duradero; en todo momento; eterno; incansable; incesante; infatigable; ininterrumpido; interminable; perdurable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sin parar	constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
courant	continuamente; continuo; ininterrumpido; permanente; sin parar	a la moda; a sotavento; aceptado; acostumbrado; actual; actualmente; al día; andrajoso; así como así; bajamente; bajo; canalla; circulando; como siempre; completamente normal; común; común y corriente; comúnmente; con soltura; corriendo; corriente; criminal; de ahora; de hoy; de moda; de ordinario; desenvuelto; deshonroso; en circulación; en curso; especial nada; false; fluido; francamente; fácil; general; generalmente; grave; grosero; guarro; habituado a; habitual; habitualmente; harapiento; hoy en día; ignominioso; indecente; indigno; infame; inferior; innoble; limitado; llano; malo; menos; mezquino; modesto; mundano; módico; normal; normalmente; obsceno; ordinario; oxidante; pequeño; por el momento; por este momento; que circula; realmente; ruin; sencillamente; sencillo; simple; simplemente; sin más; soez; usual; vendible; verdaderamente; vil; vilmente; vulgar
d'une façon permanente	continuamente; continuo; ininterrumpido; permanente; sin parar
durable	constante; constantemente; continuamente; continuo; duradero; estable; fuerte; perdurable; permanente; sólido	durable; duradero; estable; fuerte; perdurable; permanente; sólido
imperturbable	constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable; perseverante	calmo; con indiferencia; estoico; firme como una roca; impasible; imperturbable; impertérrito; inalterable; inconmovible; indiferente; sereno; sosegado
incessant	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción	constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
infatigable	constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable	diligente; incansable; infatigable
ininterrompu	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sin parar	constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
inlassable	constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable	inagotable
non fatigué	constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable; perseverante
obstiné	continuo; perseverante; persistente; pertinaz	adusto; arisco; austero; cabezudo; cabezón; caprichoso; cerrado; contumaz; desabrido; difícil de manejar; duro; empecinado; empeñado; empeño; fijo; firme; hermético; hirsuto; hosco; impenetrable; indócil; inflexible; inmanejable; inquebrantable; intransigente; intratable; no dispuesto a; obstinado; pedante; persistente; pertinaz; porfiado; reacio a; rebelde; recio; refractario; sedicioso; taciturno; tedioso; tenaz; terco; tesonero; testarudo; tieso; tozudo
obstinément	continuo; perseverante; persistente; pertinaz	cabezudo; cabezón; caprichoso; contumaz; difícil de manejar; inmanejable; inquebrantable; obstinado; pertinaz; rebelde; tenaz; terco; tesonero; testarudo; tozudo
permanent	constante; constantemente; continuamente; continuo; duradero; estable; eterno; fuerte; incansable; incesante; infatigable; ininterrumpido; interminable; perdurable; permanente; perpetuo; sin parar; sólido	constante; constantemente; continuamente; definitivo; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariable; invariablemente; irrevocable; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
perpétuellement	constante; continuamente; continuo; eterno; incesante; interminable; permanente; perpetuo	constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
persistant	continuo; perseverante; persistente; pertinaz
persévérant	continuo; perseverante; persistente; pertinaz	duro; firme; inquebrantable; irrefutable; perseverante; recio; resistente
sans cesse	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incansable; incesante; infatigable; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción	cada vez; constante; constantemente; continuamente; en todo momento; incesante; incesantemente; ininterrumpido; invariablemente; otra y otra vez; permanentemente; siempre; siempre de nuevo; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
sans interruption	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción; sin parar	con indiferencia; constantemente; continuamente; en todo momento; impasible; imperturbable; impertérrito; inalterable; incesantemente; inmutable; invariablemente; permanentemente; siempre; sin estorbos; sin interferencias; sin interrupciones; sin interrupción; sin parar; sin pausa; sin trabas; todo el tiempo
sans relâche	cada vez; constante; constantemente; continuamente; continuo; en todo momento; eterno; incesante; ininterrumpido; interminable; permanente; perpetuo; sin acabar; sin interrupción	agitado; constantemente; continuamente; en todo momento; impaciente; incesantemente; inquieto; intranquilo; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo; tormentoso; turbulento
sans se lasser	constante; constantemente; continuamente; continuo; incansable; infatigable; perseverante
suivi	continuamente; continuo; ininterrumpido; permanente; sin parar
toujours	constante; continuamente; continuo; eterno; incesante; interminable; permanente; perpetuo	constantemente; continuamente; en todo momento; incesantemente; invariablemente; para siempre jamás; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
tout le temps	constante; continuamente; continuo; duradero; eterno; incesante; interminable; perdurable; permanente; perpetuo	constantemente; continuamente; en todo momento; incesantemente; invariablemente; permanentemente; siempre; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo
éternellement	constante; continuamente; continuo; eterno; incesante; interminable; permanente; perpetuo	constantemente; continuamente; en todo momento; eterno; ilimitado; imperecedero; incesantemente; interminable; invariablemente; no pasajero; permanentemente; perpetuo; sempiterno; siempre; sin fin; sin interrupción; sin parar; todo el tiempo

Verwante woorden van "continuo":

continua, continuas, continuos

Synoniemen voor "continuo":

asiduo; frecuente; habitual; acostumbrado; constante; perseverante
endémico; permanente
gradual; escalonado; paulatino; progresivo; sucesivo; graduado
graneado; incesante; ininterrumpido
volandero; casual; imprevisto; fijo

Wiktionary: continuo

continuo

adjective

Dont les parties ne sont pas séparer les unes des autres et tenir les unes aux autres.
- continu → continuo
Qui ne cesser pas ou cesse rarement.
- continuel → continuo
Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.
- permanent → permanente; continuo; estable; perenne; contínuo

Cross Translation:

From	To	Via
• continuo	→ continuel; continu	↔ continuous — without break, cessation, or interruption in time
• continuo	→ continu	↔ continuous — in mathematical analysis
• continuo	→ continu	↔ kontinuierlich — stetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend
• continuo	→ constant; constante; immuable; invariable; régulier; régulière	↔ stet — gehoben: während einer vergleichsweise langen Zeit keinen Schwankungen oder Veränderungen unterworfen
• continuo	→ constant; constante; continu; continue; ininterrompu; ininterrompue; permanent; permanente; perpétuel; perpétuelle; persistant; persistante	↔ stet — gehoben: ohne Unterlass, ständig, dauernd
• continuo	→ valable	↔ stet — veraltet: rechtsgültig
• continuo	→ ferme; impassible; imperturbable; stoïque	↔ stet — veraltet: standhaft (zum Beispiel in Bezug auf Charakter oder allgemeine Haltung)
• continuo	→ continu	↔ stetig — kontinuierlich, zusammenhängend, ohne Unterbrechung
• continuo	→ continu	↔ stetig — Mathematik (v. a.: Analysis, Topologie): Eine Funktion rsp. deren Graf ist stetig, wenn verschwindend (infinitesimal) kleine Änderungen des Argumentes (der Argumente) nur zu verschwindend kleinen Änderungen des Funktionswertes führen. (keine "Sprünge" im Graphen)
• continuo	→ permanent	↔ ständig — immer wiederholend, ununterbrochen
• continuo	→ ininterrompu; continuel; incessant	↔ ununterbrochen — fortwährend, ohne zwischendurch auszusetzen oder aufzuhören

continuar:

continuar werkwoord

continuar (seguir)
continuer; persister; se continuer; se poursuivre; durer
- continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
- persister werkwoord (persiste, persistes, persistons, persistez, persistent, persistais, persistait, persistions, persistiez, persistaient, persistai, persistas, persista, persistâmes, persistâtes, persistèrent, persisterai, persisteras, persistera, persisterons, persisterez, persisteront)
- se continuer werkwoord
- se poursuivre werkwoord
- durer werkwoord (dure, dures, durons, durez, durent, durais, durait, durions, duriez, duraient, durai, duras, dura, durâmes, durâtes, durèrent, durerai, dureras, durera, durerons, durerez, dureront)
continuar (perdurar; durar)
durer; persister; continuer; endurer; persévérer; supporter; résister; subsister; tenir le coup; tenir jusqu'au bout
- durer werkwoord (dure, dures, durons, durez, durent, durais, durait, durions, duriez, duraient, durai, duras, dura, durâmes, durâtes, durèrent, durerai, dureras, durera, durerons, durerez, dureront)
- persister werkwoord (persiste, persistes, persistons, persistez, persistent, persistais, persistait, persistions, persistiez, persistaient, persistai, persistas, persista, persistâmes, persistâtes, persistèrent, persisterai, persisteras, persistera, persisterons, persisterez, persisteront)
- continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
- endurer werkwoord (endure, endures, endurons, endurez, endurent, endurais, endurait, endurions, enduriez, enduraient, endurai, enduras, endura, endurâmes, endurâtes, endurèrent, endurerai, endureras, endurera, endurerons, endurerez, endureront)
- persévérer werkwoord (persévère, persévères, persévérons, persévérez, persévèrent, persévérais, persévérait, persévérions, persévériez, persévéraient, persévérai, persévéras, persévéra, persévérâmes, persévérâtes, persévérèrent, persévérerai, persévéreras, persévérera, persévérerons, persévérerez, persévéreront)
- supporter werkwoord (supporte, supportes, supportons, supportez, supportent, supportais, supportait, supportions, supportiez, supportaient, supportai, supportas, supporta, supportâmes, supportâtes, supportèrent, supporterai, supporteras, supportera, supporterons, supporterez, supporteront)
- résister werkwoord (résiste, résistes, résistons, résistez, résistent, résistais, résistait, résistions, résistiez, résistaient, résistai, résistas, résista, résistâmes, résistâtes, résistèrent, résisterai, résisteras, résistera, résisterons, résisterez, résisteront)
- subsister werkwoord (subsiste, subsistes, subsistons, subsistez, subsistent, subsistais, subsistait, subsistions, subsistiez, subsistaient, subsistai, subsistas, subsista, subsistâmes, subsistâtes, subsistèrent, subsisterai, subsisteras, subsistera, subsisterons, subsisterez, subsisteront)
- tenir le coup werkwoord
- tenir jusqu'au bout werkwoord
continuar (seguir; proseguir; alargar; prolongar)
continuer; poursuivre; prolonger
- continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
- poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
- prolonger werkwoord (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, prolongent, prolongeais, prolongeait, prolongions, prolongiez, prolongeaient, prolongeai, prolongeas, prolongea, prolongeâmes, prolongeâtes, prolongèrent, prolongerai, prolongeras, prolongera, prolongerons, prolongerez, prolongeront)
continuar (perseverar; persistir)
persévérer; persister; supporter; continuer; entretenir; tenir le coup; résister; endurer; laisser continuer; faire durer; tenir jusqu'au bout
- persévérer werkwoord (persévère, persévères, persévérons, persévérez, persévèrent, persévérais, persévérait, persévérions, persévériez, persévéraient, persévérai, persévéras, persévéra, persévérâmes, persévérâtes, persévérèrent, persévérerai, persévéreras, persévérera, persévérerons, persévérerez, persévéreront)
- persister werkwoord (persiste, persistes, persistons, persistez, persistent, persistais, persistait, persistions, persistiez, persistaient, persistai, persistas, persista, persistâmes, persistâtes, persistèrent, persisterai, persisteras, persistera, persisterons, persisterez, persisteront)
- supporter werkwoord (supporte, supportes, supportons, supportez, supportent, supportais, supportait, supportions, supportiez, supportaient, supportai, supportas, supporta, supportâmes, supportâtes, supportèrent, supporterai, supporteras, supportera, supporterons, supporterez, supporteront)
- continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
- entretenir werkwoord (entretiens, entretient, entretenons, entretenez, entretiennent, entretenais, entretenait, entretenions, entreteniez, entretenaient, entretins, entretint, entretînmes, entretîntes, entretinrent, entretiendrai, entretiendras, entretiendra, entretiendrons, entretiendrez, entretiendront)
- tenir le coup werkwoord
- résister werkwoord (résiste, résistes, résistons, résistez, résistent, résistais, résistait, résistions, résistiez, résistaient, résistai, résistas, résista, résistâmes, résistâtes, résistèrent, résisterai, résisteras, résistera, résisterons, résisterez, résisteront)
- endurer werkwoord (endure, endures, endurons, endurez, endurent, endurais, endurait, endurions, enduriez, enduraient, endurai, enduras, endura, endurâmes, endurâtes, endurèrent, endurerai, endureras, endurera, endurerons, endurerez, endureront)
- laisser continuer werkwoord
- faire durer werkwoord
- tenir jusqu'au bout werkwoord
continuar (seguir trabajando; seguir; proseguir; seguir haciendo)
poursuivre; continuer à travailler
- poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
- continuer à travailler werkwoord
continuar (proseguir; seguir; procesar; pasar por; continuar con una; dejar prolongar)
avancer; continuer; laisser continuer; poursuivre; faire durer
- avancer werkwoord (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
- continuer werkwoord (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
- laisser continuer werkwoord
- poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
- faire durer werkwoord
continuar (seguir conduciendo; no detenerse)
poursuivre; continuer sa route
- poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
- continuer sa route werkwoord

Conjugations for continuar:

presente

continúo
continúas
continúa
continuamos
continuáis
continúan

imperfecto

continuaba
continuabas
continuaba
continuábamos
continuabais
continuaban

indefinido

continué
continuaste
continuó
continuamos
continuasteis
continuaron

fut. de ind.

continuaré
continuarás
continuará
continuaremos
continuaréis
continuarán

condic.

continuaría
continuarías
continuaría
continuaríamos
continuaríais
continuarían

pres. de subj.

que continúe
que continúes
que continúe
que continuemos
que continuéis
que continúen

imp. de subj.

que continuara
que continuaras
que continuara
que continuáramos
que continuarais
que continuaran

miscelánea

¡continúa!
¡continuad!
¡no continúes!
¡no continúeis!
continuado
continuando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor continuar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avancer		avanzar sobre; marchar sobre
supporter		aficionado; aliado; defensor; hincha; paladín; partidario; seguidor
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avancer	continuar; continuar con una; dejar prolongar; pasar por; procesar; proseguir; seguir	abordar; abrir; acelerar el paso; adelantar; adelantar el trabajo; adelantarse; andar; anticipar; apagar; aportar dinero; argumentar; arriar; ascender; aumentar; avanzar; avanzar sobre; caracterizar; correr; decir; desembrollar; desenmarañar; desentrañar; deshilarse; desplazar; desplazar hacia delante; dictar; empujar; escoger; estibar; expresar; fingir; hablar; hacer adelantos; hacer avanzar; hacer mejor; hacer progresos; hacer una manifestación; hacer una propuesta; impulsar; inaugurar; ir; lanzar; manifestarse; mejorar; mejorar su posición; mover; mover adelante; parlar; plantear; postular; presentarse; pretender; pretextar; progresar; pronunciarse; proponer; propulsar; salir adelante; ser rentable; simular; subir; sugerir; trabar conversación
continuer	alargar; continuar; continuar con una; dejar prolongar; durar; pasar por; perdurar; perseverar; persistir; procesar; prolongar; proseguir; seguir	acelerar el paso; aguantar; hacer fuera de eso; proseguir; seguir haciendo; soportar
continuer sa route	continuar; no detenerse; seguir conduciendo
continuer à travailler	continuar; proseguir; seguir; seguir haciendo; seguir trabajando
durer	continuar; durar; perdurar; seguir
endurer	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	aguantar; comerse; consumir; corroer; corroerse; desaparecer; descomponerse; digerir; digerirse; experimentar; gastar; hundirse; padecer; pasar por; ponerse; pudrirse; resistir; salir con bien; salir con bien de; seguir viviendo; soportar; sucumbir; sufrir; tolerar; vivir
entretenir	continuar; perseverar; persistir	apoyar financieramente; conservar; mantener; mantener limpio
faire durer	continuar; continuar con una; dejar prolongar; pasar por; perseverar; persistir; procesar; proseguir; seguir	mantener; perpetuar
laisser continuer	continuar; continuar con una; dejar prolongar; pasar por; perseverar; persistir; procesar; proseguir; seguir
persister	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir; seguir	acelerar el paso; aguantar; soportar
persévérer	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	aguantar; calar; empujar; filtrarse; imponer; llevar adelante; no cesar; perseverar; retener; soportar; tener constancia y tenacidad
poursuivre	alargar; continuar; continuar con una; dejar prolongar; no detenerse; pasar por; procesar; prolongar; proseguir; seguir; seguir conduciendo; seguir haciendo; seguir trabajando	acelerar el paso; cazar; condenar; enjuiciar; hacer fuera de eso; ir tras de; pasar por; perseguir; perseguir judicialmente; procesar; proseguir; seguir; seguir haciendo; sentenciar; someter a juicio; tener como fin de; tener como objetivo
prolonger	alargar; continuar; prolongar; proseguir; seguir	alargar; hacer más largo; prolongar; prorrogar
résister	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	defender; resistir
se continuer	continuar; seguir
se poursuivre	continuar; seguir
subsister	continuar; durar; perdurar
supporter	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	admitir; aguantar; comerse; consumir; corroer; corroerse; desaparecer; descomponerse; digerir; digerirse; experimentar; gastar; hundirse; padecer; pasar por; ponerse; pudrirse; resistir; salir con bien; salir con bien de; seguir viviendo; soportar; sucumbir; sufrir; tolerar
tenir jusqu'au bout	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	aguantar; soportar
tenir le coup	continuar; durar; perdurar; perseverar; persistir	aguantar; comerse; consumir; corroer; corroerse; desaparecer; descomponerse; digerir; digerirse; experimentar; gastar; hundirse; padecer; pasar por; perdurar; ponerse; pudrirse; resistir; salir con bien; salir con bien de; seguir viviendo; soportar; sucumbir; sufrir; tolerar

Synoniemen voor "continuar":

proseguir; reanudar; permanecer; seguir
quedar; estar; mantenerse; subsistir; restar

Wiktionary: continuar

continuar

verb

poursuivre ce qui commencer.
- continuer → continuar; durar; seguir
Traductions à trier suivant le sens.
- reconduire → continuar

Cross Translation:

From	To	Via
• continuar	→ continuer	↔ continue — transitive: proceed
• continuar	→ continuer	↔ continue — intransitive: resume
• continuar	→ continuer	↔ go on — continue
• continuar	→ continuer	↔ keep — to continue
• continuar	→ maintenir; continuer	↔ keep up — continue with
• continuar	→ recommencer; reprendre; continuer	↔ resume — start something again that has been stopped or paused
• continuar	→ poursuivre; continuer	↔ voortzetten — (overgankelijk) iets langer laten duren
• continuar	→ continuer; poursuivre	↔ vervolgen — een handeling voortzetten of de draad opnieuw opnemen
• continuar	→ poursuivre; continuer	↔ verderzetten — voortzetten, doorgaan met
• continuar	→ continuer	↔ doorgaan — niet stoppen
• continuar	→ continuer	↔ continueren — voortzetten
• continuar	→ continuer	↔ fortsetzen — etw. Begonnenes weiterführen, weiterverfolgen

Verwante vertalingen van continuo

camino continuo

Frans

Uitgebreide vertaling voor continuo (Frans) in het Spaans

continuo:

Synoniemen voor "continuo":

basse continue

Remove Ads

Spaanse en Franse zoekresultaten voor: continuo

Uitgebreide vertaling voor continuo (Spaans) in het Frans

continuo:

continuo bijvoeglijk naamwoord

continuo (cada vez; continuamente; constante; incesante; permanente; constantemente; ininterrumpido; en todo momento; sin acabar; sin interrupción)

continuo (permanente; continuamente; ininterrumpido; sin parar)

continuo (duradero; permanente; perdurable)

continuo (perpetuo; eterno; constante; interminable; permanente; incesante; continuamente)

continuo (infatigable; constante; constantemente; continuamente; incansable)

continuo (persistente; perseverante; pertinaz)

continuo (constante; sólido; permanente; constantemente; fuerte; estable; duradero; continuamente; perdurable)

continuo (incansable; constante; constantemente; continuamente; infatigable)

continuo (perseverante; incansable; infatigable)

Vertaal Matrix voor continuo:

Verwante woorden van "continuo":

Synoniemen voor "continuo":

Wiktionary: continuo

continuar:

continuar werkwoord

continuar (seguir)

continuar (perdurar; durar)

continuar (seguir; proseguir; alargar; prolongar)

continuar (perseverar; persistir)

continuar (seguir trabajando; seguir; proseguir; seguir haciendo)

continuar (proseguir; seguir; procesar; pasar por; continuar con una; dejar prolongar)

continuar (seguir conduciendo; no detenerse)

Conjugations for continuar:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

Vertaal Matrix voor continuar:

Synoniemen voor "continuar":

Wiktionary: continuar

Verwante vertalingen van continuo

Uitgebreide vertaling voor continuo (Frans) in het Spaans

continuo:

Synoniemen voor "continuo":