Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. modular:
  2. Wiktionary:
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. module:
  2. moduler:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor módule (Spaans) in het Frans

módule vorm van modular:

modular bijvoeglijk naamwoord

  1. modular
    modulaire

Vertaal Matrix voor modular:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
modulaire modular

Wiktionary: modular

modular
Cross Translation:
FromToVia
modular moduler moduleren — (inergatief) muziek|nld overgaan van de ene toonsoort op de andere
modular modulaire modulair — een modulus betreffend
modular moduler modulierenabwandeln, abändern, verändern


Wiktionary: módule


Cross Translation:
FromToVia
módule brique; élément de construction Baustein — Stein zum Bauen von Mauern, Gebäuden etc.



Frans

Uitgebreide vertaling voor módule (Frans) in het Spaans

module:

module [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le module
    el módulo
    • módulo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor module:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
módulo module modulo

Synoniemen voor "module":


Wiktionary: module


Cross Translation:
FromToVia
module módulo ModulTechnik: Verhältniszahl mathematischer oder technischer Größen

modulé:


Synoniemen voor "modulé":


módule vorm van moduler:

moduler werkwoord (module, modules, modulons, modulez, )

  1. moduler (apporter une distinction dans; nuancer)
    matizar

Conjugations for moduler:

Présent
  1. module
  2. modules
  3. module
  4. modulons
  5. modulez
  6. modulent
imparfait
  1. modulais
  2. modulais
  3. modulait
  4. modulions
  5. moduliez
  6. modulaient
passé simple
  1. modulai
  2. modulas
  3. modula
  4. modulâmes
  5. modulâtes
  6. modulèrent
futur simple
  1. modulerai
  2. moduleras
  3. modulera
  4. modulerons
  5. modulerez
  6. moduleront
subjonctif présent
  1. que je module
  2. que tu modules
  3. qu'il module
  4. que nous modulions
  5. que vous moduliez
  6. qu'ils modulent
conditionnel présent
  1. modulerais
  2. modulerais
  3. modulerait
  4. modulerions
  5. moduleriez
  6. moduleraient
passé composé
  1. ai modulé
  2. as modulé
  3. a modulé
  4. avons modulé
  5. avez modulé
  6. ont modulé
divers
  1. module!
  2. modulez!
  3. modulons!
  4. modulé
  5. modulant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor moduler:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matizar apporter une distinction dans; moduler; nuancer différencier; modifier; nuancer

Synoniemen voor "moduler":


Wiktionary: moduler

moduler
verb
  1. (transitive)

Cross Translation:
FromToVia
moduler modular moduleren — (inergatief) muziek|nld overgaan van de ene toonsoort op de andere
moduler modular modulierenabwandeln, abändern, verändern