Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Zoek: marchar

Spaanse en Franse zoekresultaten voor: marchar

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

marchar:
- acte de marcher; va-et-vient
Wiktionary:
- marchar → marcher
- marchar → marcher, fonctionner, couler

Spaans

Uitgebreide vertaling voor marchar (Spaans) in het Frans

marchar:

marchar [el ~] zelfstandig naamwoord

el marchar (caminar; andar)
l'acte de marcher; le va-et-vient
- acte de marcher [le ~] zelfstandig naamwoord
- va-et-vient [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marchar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acte de marcher	andar; caminar; marchar
va-et-vient	andar; caminar; marchar	balanceo; conmutador bidireccional; fluctuación; interruptor bidireccional; marejada; oleaje; oscilaciones; oscilación

Synoniemen voor "marchar":

andar; caminar; peregrinar; deambular; circular; pasear; transitar; vagar; recorrer; ir; trasladarse; patear; avanzar
brujulear; vagabundear; zascandilear; merodear; rondar; acechar; husmear; fisgar; callejear; pendonear; errar
levar anclas; partir; zarpar; salir

Wiktionary: marchar

marchar

verb

Se déplacer par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, en ayant toujours un appui au sol.
- marcher → caminar; marchar; funcionar

Cross Translation:

From	To	Via
• marchar	→ marcher	↔ march — walk with long, regular strides
• marchar	→ marcher; fonctionner	↔ work — function correctly
• marchar	→ couler	↔ laufen — von Flüssigkeiten: sich fortbewegen
• marchar	→ marcher	↔ marschieren — (intransitiv): in geschlossener Reihe (und gleichem Schritt) gehen
• marchar	→ marcher	↔ marschieren — (intransitiv): in schnellerem Tempo eine längere Strecke zu Fuß zurücklegen

Verwante vertalingen van marchar

Frans

Uitgebreide vertaling voor marchar (Frans) in het Spaans

marchar: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

marc: borroso; sedimentos; poso; sedimento; cochinada; porquerías; poso de café; fondo de café; restos de café
haïr: odiar; detestar