Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pum:
  2. ¡pum!:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pum (Spaans) in het Frans

pum:

pum bijvoeglijk naamwoord

  1. pum
    paf; badaboum; boum
    • paf bijvoeglijk naamwoord
    • badaboum bijvoeglijk naamwoord
    • boum bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boum aniversario; celebración; celebración anual; ceremonia; choque; día festivo; festejo; festival; festividad; fiesta; fiesta anual; golpe; golpe seco; golpe sordo; guateque
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badaboum pum
boum pum
paf pum

Wiktionary: pum


Cross Translation:
FromToVia
pum pan bang — verbal percussive sound
pum boum boom — sound of explosion

¡pum!:

¡pum! [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ¡pum! (explosión; estallido; ¡zas!)
    l'explosion; la détonation; la déflagration

Vertaal Matrix voor ¡pum!:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déflagration estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas! ignición; inflamación
détonation estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas! arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estampido; estruendo; explosiones; explosión
explosion estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas! arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estallido; estampido; estruendo; exabrupto; explosiones; explosión