Brochas in het Frans vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

brochas:
- touffes; brosses
broche:
- broche; barrette; bouton de fleur; étau; crampon; piège; bouton; bouton-pression; petit bouton-pression
Wiktionary:
- broche → broche, fermoir

Spaans

Uitgebreide vertaling voor brochas (Spaans) in het Frans

la brochas (borlas)
la touffes; la brosses
- touffes [la ~] zelfstandig naamwoord
- brosses [la ~] zelfstandig naamwoord

el broche
la broche
- broche [la ~] zelfstandig naamwoord
el broche
la barrette; la broche
- barrette [la ~] zelfstandig naamwoord
- broche [la ~] zelfstandig naamwoord
el broche (botón; clec)
le bouton de fleur
- bouton de fleur [le ~] zelfstandig naamwoord
el broche (garfio; gancho; grapa; manilla; grapón)
l'étau; le crampon; le piège
- étau [le ~] zelfstandig naamwoord
- crampon [le ~] zelfstandig naamwoord
- piège [le ~] zelfstandig naamwoord
el broche (clec; botón)
le bouton; le bouton-pression; le petit bouton-pression
- bouton [le ~] zelfstandig naamwoord
- bouton-pression [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit bouton-pression [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barrette	broche	barrita; bonetero del cardenal; horquilla
bouton	botón; broche; clec	botoncito; botón; botón de ajuste; botón de mando; botón del mouse; botón para encender la luz; clec; grano; hinchazón; interruptor; llave; pústula; viruela
bouton de fleur	botón; broche; clec
bouton-pression	botón; broche; clec	botón; botón automático; clec
broche	broche	asador; pincho
crampon	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	anzuelo; barrilete; brazadera; cepo; clavija; clavo; gancho; garfio; presilla
petit bouton-pression	botón; broche; clec	botones
piège	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	acecho; anzuelo; barrilete; brazadera; cebo; cepo; clavija; emboscada; enredo; gancho; garfio; implicación; presilla; señuelo; trampa
étau	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	abrazadera; barrilete; borne; brazadera; cepo; clavija; gancho; garfio; grapa; hélice; mitra; pinza; presilla; tornillo; torno

epílogo; colofón; culminación; remate
guinda; culmen; terminación; colmo; apoteosis
hebilla; imperdible; pasador; corchete; alfiler; agujón; fíbula; prendedero; prendedor

Cross Translation:

From	To	Via
• broche	→ broche	↔ brooch — jewellery with pin
• broche	→ fermoir	↔ clasp — fastener or holder
• broche	→ broche	↔ Brosche — Schmuckstück, das eine Nadel zum Anstecken enthält