Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gemelos:
  2. gemelo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor gemelos (Spaans) in het Frans

gemelos:

gemelos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gemelos (gemelas)
    le jumeaux; la jumelles
    • jumeaux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jumelles [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el gemelos (prismáticos)
    la jumelles; la lorgnette

Vertaal Matrix voor gemelos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jumeaux gemelas; gemelos
jumelles gemelas; gemelos; prismáticos anteojo; telescopio
lorgnette gemelos; prismáticos anteojo; telescopio

Verwante woorden van "gemelos":


Synoniemen voor "gemelos":


Wiktionary: gemelos


Cross Translation:
FromToVia
gemelos jumelles; jumelle binoculars — hand-held device for looking at a distance.
gemelos jumeau tweeling — twee wezens die met zijn tweeën tegelijk in één buik ontwikkeld zijn

gemelos vorm van gemelo:

gemelo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el gemelo (mancorno)
    la manchette; le bouton de manchette
  2. el gemelo
    l'un d'un jumeau

Vertaal Matrix voor gemelo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouton de manchette gemelo; mancorno bordo; carpeta; cuello; cuota; reborde
manchette gemelo; mancorno botón de camisa; capítulo; cerebro; encabezamiento; inteligencia; rúbrica; título; títulos
un d'un jumeau gemelo

Verwante woorden van "gemelo":


Synoniemen voor "gemelo":


Wiktionary: gemelo

gemelo
noun
  1. couture|fr attache décoratif utilisée pour maintenir la manche d’une chemise quand celle-ci a deux fentes surpiquées sur un poignet mousquetaire.
adjective
  1. Nés d’un même accouchement

Cross Translation:
FromToVia
gemelo bouton de manchette cufflink — button used to hold a sleeve cuff together
gemelo jumeau twin — either of two people who shared the same uterus, or of two similar or closely related objects