Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bizco:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bizco (Spaans) in het Frans

bizco:

bizco bijvoeglijk naamwoord

  1. bizco (bizqueando)
    louchant; strabique

bizco [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bizco
    la personne qui louche; le strabique; le loucheur

Vertaal Matrix voor bizco:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loucheur bizco
personne qui louche bizco
strabique bizco
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
louchant bizco; bizqueando
strabique bizco; bizqueando

Verwante woorden van "bizco":

  • bizca, bizcas

Synoniemen voor "bizco":

  • bisojo; estrábico; trasojado

Wiktionary: bizco

bizco
adjective
  1. (vieilli) Qui loucher.

Cross Translation:
FromToVia
bizco bigleux cross-eyed — having both eyes oriented inward

Verwante vertalingen van bizco