Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
refugio:
- haven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; asiel; vluchtoord; wijkplaats; toevluchthaven; vluchthaven; verbergplaats; schuilplaats; vrijplaats; abri; wachthuisje; pechstrook; vluchtstrook; opvangcentrum; hospitium; huisvesting; onderdak; onderkomen; steun en toeverlaat; uitlaatklep; hoekje; schuilhoekje; bunker; betonnen onderkomen; schuilhoek; hoek; schuilhol; vluchtelingenkamp; vluchtheuvel; toevluchtshaven
- refugiarse:
-
Wiktionary:
- refugio → onderdak
- refugio → ree, rede, toevluchtsoord, vrijhaven, schuilplaats, uitweg, toevlucht, onderdak, abri, heenkomen, toeverlaat, afdak, luifel, markies, zonnescherm, bunker, asiel, vrijplaats, wachthuisje, schutdak
Spaans
Uitgebreide vertaling voor refugio (Spaans) in het Nederlands
refugio:
-
el refugio (puerto de refugio; asilo)
de haven; het toevluchtsoord; de uitwijkplaats; het asiel; het vluchtoord; de wijkplaats; toevluchthaven; de vluchthaven; verbergplaats -
el refugio (puerto de refugio; asilo)
-
el refugio (escondrijo; abrigo; tibieza; escondite; cobertizo; garita de centinela)
-
el refugio (arcén; loma artificial; isla; isleta)
-
el refugio (centro de acogida; asilo; perrera; hogar; recogedero; hospicio; residencia de animales)
-
el refugio (alojamiento; hospedaje)
-
el refugio (báculo; sostén)
-
el refugio (escondite)
-
el refugio (búnker)
-
el refugio (escondite; escondrijo)
-
el refugio (escondite; escondrijo)
-
el refugio (campo de refugiados; asilo)
-
el refugio (isleta; isla; loma artificial)
de vluchtheuvel -
el refugio (escondrijo; escondite)
Vertaal Matrix voor refugio:
Verwante woorden van "refugio":
Synoniemen voor "refugio":
Wiktionary: refugio
refugio
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• refugio | → ree; rede | ↔ harbour — place of shelter |
• refugio | → toevluchtsoord; vrijhaven | ↔ haven — refuge |
• refugio | → schuilplaats | ↔ refuge — A place providing safety, protection or shelter |
• refugio | → uitweg; toevlucht | ↔ resort — something or someone turned to for safety |
• refugio | → onderdak | ↔ shelter — a refuge or other protection |
• refugio | → abri | ↔ Obdach — vorübergehende Unterkunft |
• refugio | → heenkomen; schuilplaats; toeverlaat; toevlucht; toevluchtsoord; afdak; luifel; markies; zonnescherm; bunker; asiel; vrijplaats; wachthuisje; abri; schutdak | ↔ abri — Traductions à trier suivant le sens. |
• refugio | → asiel; toevluchtsoord; vrijplaats | ↔ asile — (histoire) privilège d’inviolabilité accordé à certaines personnes et à certains lieux chez les anciens. |
refugiarse:
-
refugiarse (evadir; pasar desapercibido; escapar; salir; dejarse libre; desembarcarse; bajar; escapar de; esquivar; escabullirse; descender; apearse)
vluchten; wegkomen; ontvluchten; weglopen; ontsnappen aan; zich vrijmaken; ontkomen; wegrennen; ontglippen-
ontsnappen aan werkwoord
-
zich vrijmaken werkwoord
-
refugiarse (buscar refugio; ponerse a cubierto; esconderse)
-
refugiarse (buscar defensa; cobijarse; ponerse a cubierto)
bescherming zoeken-
bescherming zoeken werkwoord (zoek bescherming, zoekt bescherming, zocht bescherming, zochten bescherming, bescherming gezocht)
-
-
refugiarse (lograr salir; lograr escaparse)
Conjugations for refugiarse:
presente
- me refugio
- te refugias
- se refugia
- nos refugiamos
- os refugiáis
- se refugian
imperfecto
- me refugiaba
- te refugiabas
- se refugiaba
- nos refugiábamos
- os refugiabais
- se refugiaban
indefinido
- me refugié
- te refugiaste
- se refugió
- nos refugiamos
- os refugiasteis
- se refugiaron
fut. de ind.
- me refugiaré
- te refugiarás
- se refugiará
- nos refugiaremos
- os refugiaréis
- se refugiarán
condic.
- me refugiaría
- te refugiarías
- se refugiaría
- nos refugiaríamos
- os refugiaríais
- se refugiarían
pres. de subj.
- que me refugie
- que te refugies
- que se refugie
- que nos refugiemos
- que os refugiéis
- que se refugien
imp. de subj.
- que me refugiara
- que te refugiaras
- que se refugiara
- que nos refugiáramos
- que os refugiarais
- que se refugiaran
miscelánea
- ¡refúgiate!
- ¡refugiaos!
- ¡no te refugies!
- ¡no os refugiéis!
- refugiado
- refugiándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes