Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. era:
  2. ser:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor era:
    • ik was
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. era:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor era (Spaans) in het Nederlands

era:

era [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la era (siglo; centuria)
    de eeuw; honderd jaar
  2. la era (banda; parte; neumático; )
    de band; het volume; het boekdeel; het deel
    • band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volume [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boekdeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la era
    het deel; de dorsvloer
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dorsvloer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la era (barra; intensidad sonora; baranda; )
    het geluidsniveau; het volume
  5. la era (centuria; siglo)
    de eeuw; lange tijd
    • eeuw [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lange tijd [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor era:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo acuerdo; afinidad; alianza; celo; cinta; cinta adhesiva; coherencia; combinación; compuesto; comunicación; conexión; confederación; contexto; cooperación; enlace; federación; fixo; interdepencia; interrelación; libro; liga; línea; negociación; nexo; pacto; parentesco; relación; similitud; tomo; tratado; unión
boekdeel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo
deel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo bienes hereditarios; componente fundamental; elemento básico; estatura; fracción; fractura; fragmento; herencia; lote; parte; pedazo; pieza; pieza hereditaria; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección; trozo
dorsvloer era
eeuw centuria; era; siglo
geluidsniveau banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo nivel sonoro
honderd jaar centuria; era; siglo
lange tijd centuria; era; siglo
volume banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo cabida; capacidad; contenido; estiramiento; tamaño; tramaño; volumen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
band banda; ficha desplegable
deel mosaico

Synoniemen voor "era":


Wiktionary: era


Cross Translation:
FromToVia
era era; tijdperk age — great period in the history of the Earth
era periode; tijdperk; era; tijdrekening era — time period
era tijdperk time — era
era era ÄraGeschichtswissenschaft: ein Zeitalter oder Zeitabschnitt der Geschichte
era era ÄraGeologie: Zeitabschnitt in der Geochronologie, die der Gliederung der Gesteinskörper nach dem Alter ab ihrer Entstehung entspricht

era vorm van ser:

ser werkwoord

  1. ser (existir; vivir)
    zijn; bestaan; leven; existeren
    • zijn werkwoord (ben, bent, is, was, waren, geweest)
    • bestaan werkwoord (besta, bestaat, bestond, bestonden, bestaan)
    • leven werkwoord (leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)
    • existeren werkwoord (existeer, existeert, existeerde, existeerden, geëxisteerd)

Conjugations for ser:

presente
  1. soy
  2. eres
  3. es
  4. somos
  5. sóis
  6. son
imperfecto
  1. era
  2. eras
  3. era
  4. eramos
  5. erais
  6. eran
indefinido
  1. fui
  2. fuiste
  3. fue
  4. fuimos
  5. fuisteis
  6. fueron
fut. de ind.
  1. seré
  2. serás
  3. será
  4. seremos
  5. seréis
  6. serán
condic.
  1. sería
  2. serías
  3. sería
  4. seríamos
  5. seríais
  6. serían
pres. de subj.
  1. que sea
  2. que seas
  3. que sea
  4. que seamos
  5. que seáis
  6. que sean
imp. de subj.
  1. que fuera
  2. que fueras
  3. que fuera
  4. que fuéramos
  5. que fuerais
  6. que fueran
miscelánea
  1. ¡sé!
  2. ¡sed!
  3. ¡no seas!
  4. ¡no seáis!
  5. sido
  6. siendo
1. yo, 2. tĆŗ, 3. Ć©l/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

ser [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ser (criatura; tipo; sujeto)
    het schepsel; het creatuur

Vertaal Matrix voor ser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaan existencia
creatuur criatura; ser; sujeto; tipo
leven afluencia; agitación; aglomeración; alboroto; barullo; estruendo; existencia; ruido; tumulto
schepsel criatura; ser; sujeto; tipo
zijn existencia
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaan existir; ser; vivir
existeren existir; ser; vivir
leven existir; ser; vivir alojar; alojarse; estar domiciliado; habitar; proceder; residir; tener su sede; trabajar; vivir
zijn existir; ser; vivir encontrarse; estar; hallarse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn su

Verwante woorden van "ser":


Synoniemen voor "ser":


Wiktionary: ser

ser
verb
  1. (hulpwerkwoord) vormt de lijdende vorm
  2. bestaan
  3. zich bevinden.
  4. gelijk zijn aan.
  5. tot de groep behoren van
  6. de eigenschap hebben.
  7. zijn + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd van ergatieven
  8. zijn + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd van de lijdende vorm
noun
  1. het bestaan

Cross Translation:
FromToVia
ser plaatsvinden; zijn be — occur, take place
ser bestaan; zijn be — exist
ser zijn be — used to indicate that the subject and object are the same
ser zijn be — used to indicate that the subject plays the role of the predicate nominative
ser zijn be — used to connect a noun to an adjective that describes it
ser zijn be — used to indicate that the subject has the qualities described by a noun or noun phrase
ser worden be — used to form the passive voice
ser wezen being — a living being
ser zijn sein — Kopula, die dem Subjekt ein logisches Prädikat zuordnet
ser zijn seinzusammen mit einer Ortsangabe: sich am genannten Ort befinden
ser overweg komen; met verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben
ser zijn être — Verbe
ser wezen êtreexistence, c’est-à-dire le fait d’exister, au sens abstrait.

Verwante vertalingen van era



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor era (Nederlands) in het Spaans

era:

era [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de era (jaartelling; tijdrekening)
    el calendario
  2. de era (tijdperk; periode; epoch; )
    el período; la época
    • período [el ~] zelfstandig naamwoord
    • época [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor era:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calendario era; jaartelling; tijdrekening agenda; agendaprogramma; almanak; jaarboek; kalender
período epoch; epoche; era; periode; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak etappe; fase; interim; menstruatie; ongesteldheid; ontwikkelingsfase; parcoursetappe; periode; poosje; stadium; termijn; tijd; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsruimte; tussenpoos; tussentijd; uur
época epoch; epoche; era; periode; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak tijd; tijdruimte

Wiktionary: era


Cross Translation:
FromToVia
era edad age — particular period of time in history
era era; época age — great period in the history of the Earth
era época; era; período era — time period
era era ÄraGeschichtswissenschaft: ein Zeitalter oder Zeitabschnitt der Geschichte
era era ÄraGeologie: Zeitabschnitt in der Geochronologie, die der Gliederung der Gesteinskörper nach dem Alter ab ihrer Entstehung entspricht