Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pum:
  2. ¡pum!:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pum (Spaans) in het Nederlands

pum:

pum bijvoeglijk naamwoord

  1. pum
    boem
    • boem bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pum:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boem pum

Wiktionary: pum


Cross Translation:
FromToVia
pum boem; kaboem boom — sound of explosion

¡pum!:

¡pum! [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ¡pum! (explosión; estallido; ¡zas!)
    de explosie; bam; de ontploffing; de knal; de plof
    • explosie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bam [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ontploffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • knal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • plof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ¡pum!:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bam estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas!
explosie estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas! expansión
knal estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas! baza; choque; combate; golpe; palmada; patada
ontploffing estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas!
plof estallido; explosión; ¡pum!; ¡zas!