Spaans

Uitgebreide vertaling voor reservas (Spaans) in het Nederlands

reservas:

reservas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la reservas (reserva; reserva de plaza; sustituto)
    de reserve
    • reserve [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reservas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reserve reserva; reserva de plaza; reservas; sustituto

Synoniemen voor "reservas":


Wiktionary: reservas


Cross Translation:
FromToVia
reservas reserve; voorraad stockpile — supply for future use
reservas met een korreltje zout with a grain of salt — with common sense and skepticism

reservar:

reservar werkwoord

  1. reservar (dejar de lado; contener; reservarse; )
    reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
  2. reservar (dejar libre)
    vrijhouden; openhouden
    • vrijhouden werkwoord (houd vrij, houdt vrij, hield vrij, hielden vrij, vrijgehouden)
    • openhouden werkwoord (houd open, houdt open, hield open, hielden open, opengehouden)

Conjugations for reservar:

presente
  1. reservo
  2. reservas
  3. reserva
  4. reservamos
  5. reserváis
  6. reservan
imperfecto
  1. reservaba
  2. reservabas
  3. reservaba
  4. reservábamos
  5. reservabais
  6. reservaban
indefinido
  1. reservé
  2. reservaste
  3. reservó
  4. reservamos
  5. reservasteis
  6. reservaron
fut. de ind.
  1. reservaré
  2. reservarás
  3. reservará
  4. reservaremos
  5. reservaréis
  6. reservarán
condic.
  1. reservaría
  2. reservarías
  3. reservaría
  4. reservaríamos
  5. reservaríais
  6. reservarían
pres. de subj.
  1. que reserve
  2. que reserves
  3. que reserve
  4. que reservemos
  5. que reservéis
  6. que reserven
imp. de subj.
  1. que reservara
  2. que reservaras
  3. que reservara
  4. que reserváramos
  5. que reservarais
  6. que reservaran
miscelánea
  1. ¡reserva!
  2. ¡reservad!
  3. ¡no reserves!
  4. ¡no reservéis!
  5. reservado
  6. reservando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor reservar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse callar; contener; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; encubrir; escapar; esconder; evitar; guardar; guardarse de; huntar; mangar; mangar a; no mencionar; ocultar; pasar por alto; retener; robar; velar
behouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse amparar; conservar; guardar; mantener; proteger
openhouden dejar libre; reservar
opzijleggen contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse
reserveren contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse dejar de lado; reservar un viaje; reservarse
terughouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse apartar de; mantener a distancia; mantener apartado; tener bajo control
vrijhouden dejar libre; reservar

Synoniemen voor "reservar":


Wiktionary: reservar

reservar
verb
  1. vooruit bestellen
  2. reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
  3. vrijhouden
  4. bewaren

Cross Translation:
FromToVia
reservar reserveren; boeken book — reserve
reservar boeking booking — The engagement of a performer for a particular performance
reservar sparen save — store for future use
reservar opslaan; opbergen; verstoppen stash — store away for later use
reservar openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.

reservas vorm van reservarse:

reservarse werkwoord

  1. reservarse (dejar de lado)
    voorbehouden; reserveren
    • voorbehouden werkwoord (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
  2. reservarse (retener; recordar)
    onthouden; opnemen; opslaan
    • onthouden werkwoord (onthoud, onthoudt, onthield, onthielden, onthouden)
    • opnemen werkwoord (neem op, neemt op, nam op, namen op, opgenomen)
    • opslaan werkwoord (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, opgeslagen)
  3. reservarse (reservar; dejar de lado; contener; )
    reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)

Conjugations for reservarse:

presente
  1. me reservo
  2. te reservas
  3. se reserva
  4. nos reservamos
  5. os reserváis
  6. se reservan
imperfecto
  1. me reservaba
  2. te reservabas
  3. se reservaba
  4. nos reservábamos
  5. os reservabais
  6. se reservaban
indefinido
  1. me reservé
  2. te reservaste
  3. se reservó
  4. nos reservamos
  5. os reservasteis
  6. se reservaron
fut. de ind.
  1. me reservaré
  2. te reservarás
  3. se reservará
  4. nos reservaremos
  5. os reservaréis
  6. se reservarán
condic.
  1. me reservaría
  2. te reservarías
  3. se reservaría
  4. nos reservaríamos
  5. os reservaríais
  6. se reservarían
pres. de subj.
  1. que me reserve
  2. que te reserves
  3. que se reserve
  4. que nos reservemos
  5. que os reservéis
  6. que se reserven
imp. de subj.
  1. que me reservara
  2. que te reservaras
  3. que se reservara
  4. que nos reserváramos
  5. que os reservarais
  6. que se reservaran
miscelánea
  1. ¡resérvate!
  2. ¡reservaos!
  3. ¡no te reserves!
  4. ¡no os reservéis!
  5. reservado
  6. reservándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor reservarse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onthouden abstinencia
opnemen absorbencia; absorber; absorbimiento; absorción; el acto de grabar en cinta; grabación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse callar; contener; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; encubrir; escapar; esconder; evitar; guardar; guardarse de; huntar; mangar; mangar a; no mencionar; ocultar; pasar por alto; retener; robar; velar
behouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse amparar; conservar; guardar; mantener; proteger
onthouden recordar; reservarse; retener abstenerse; acordarse de; conmemorar; rechazar; recordar
opnemen recordar; reservarse; retener absorber; acoger; alzar; beberse; beberse haciendo ruido; capturar; ciudar de; coger; empaparse; grabar; grabar un texto en la cinta; incorporar; sorber; sorber haciendo ruido; sorber ruidosamente; tomarse con fruición
opslaan recordar; reservarse; retener almacenar; archivar; depositar; guardar; salvar
opzijleggen contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse
reserveren contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse reservar un viaje
terughouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse apartar de; mantener a distancia; mantener apartado; tener bajo control
voorbehouden dejar de lado; reservarse

Synoniemen voor "reservarse":

  • guardarse; precaverse; prevenirse; defenderse; protegerse

Verwante vertalingen van reservas