Spaans

Uitgebreide vertaling voor parche (Spaans) in het Nederlands

parche:

parche [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el parche (esparadrapo; escayola; tirita; emplasto)
    de pleister; de hechtpleister; de kleefpleister
  2. el parche
    inzetstuk
  3. el parche (palabra de relleno; muletilla; malla de paño; latiguillo)
    de stoplap; maaslap
    • stoplap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • maaslap [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor parche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hechtpleister emplasto; escayola; esparadrapo; parche; tirita
inzetstuk parche
kleefpleister emplasto; escayola; esparadrapo; parche; tirita
maaslap latiguillo; malla de paño; muletilla; palabra de relleno; parche
pleister emplasto; escayola; esparadrapo; parche; tirita cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso
stoplap latiguillo; malla de paño; muletilla; palabra de relleno; parche

Verwante woorden van "parche":


Synoniemen voor "parche":


Wiktionary: parche


Cross Translation:
FromToVia
parche scheermes; folie; mesje; plaatje; lamel; lemmer; lemmet lamesolide aplati, d’épaisseur mince, feuille, tôle, plaque.
parche akte; document; bedrijf; kamer; lokaal; vertrek; bonk; brok; eindje; stukje; homp piècepartie, portion, morceau d’un tout.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van parche