Spaans

Uitgebreide vertaling voor elaboración (Spaans) in het Nederlands

elaboración:

elaboración [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la elaboración (fabricación)
    creëren; maken; het scheppen
    • creëren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • maken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • scheppen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la elaboración (fabricación)
    vervaardigen; fabriceren; produceren; de vervaardiging; maken; aanmaken
  3. la elaboración (asimilación)
    de verwerking
  4. la elaboración (acción; funcionamiento; actividad)
    de werking; het werken
    • werking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • werken [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la elaboración (fabricación; confección; producción)
    de vervaardiging; maken; de productie; de fabricage
  6. la elaboración (confección; fabricación; hechura)
    de schepping; de creatie; het maaksel
    • schepping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • creatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • maaksel [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la elaboración (tema; sujeto; capítulo; )
    het subject; het thema; thema van een boek; het onderwerp
  8. la elaboración (reimpresión; reedición)
    de herdruk; de bewerking
    • herdruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bewerking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  9. la elaboración (educación; formaciones; adiestramiento; educaciones; progreso)
    het onderwijs; de scholing; de educatie
    • onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • educatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. la elaboración (hechura; confección; producción; fabricación; manufactura)
    de maak
    • maak [de ~] zelfstandig naamwoord
    het merk
    – naam die een fabrikant aan een produkt geeft 1
    • merk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welk merk koffie gebruik jij?1
  11. la elaboración (producción; confección; fabricación)
    de aanmaak
    • aanmaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  12. la elaboración (fabricación; construcción; manufactura; confección)
    de constructie; de fabricage
  13. la elaboración (fabricación; producción; confección)
    de fabricatie

Vertaal Matrix voor elaboración:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaak confección; elaboración; fabricación; producción
aanmaken elaboración; fabricación condimento
bewerking elaboración; reedición; reimpresión adaptación; edición; operación
constructie confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura composición; construcción; estructura
creatie confección; elaboración; fabricación; hechura
creëren elaboración; fabricación
educatie adiestramiento; educaciones; educación; elaboración; formaciones; progreso
fabricage confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura; producción fabricación; producción
fabricatie confección; elaboración; fabricación; producción
fabriceren elaboración; fabricación
herdruk elaboración; reedición; reimpresión
maak confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción
maaksel confección; elaboración; fabricación; hechura creación; fruta; fruto; hechura; producto; producto manufacturado
maken confección; elaboración; fabricación; producción
merk confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción característica; distintivo; emblema; marca; marca comercial; marca registrada; rasgo característico; símbolo
onderwerp asunto; capítulo; elaboración; entrenamiento; sujeto; tema; tema estelar; tema principal asunto; sujeto; tema
onderwijs adiestramiento; educaciones; educación; elaboración; formaciones; progreso clase; comando; comisión; educación; enseñanza; instrucción; lección
produceren elaboración; fabricación
productie confección; elaboración; fabricación; producción fabricación; producción
scheppen elaboración; fabricación palas
schepping confección; elaboración; fabricación; hechura
scholing adiestramiento; educaciones; educación; elaboración; formaciones; progreso educación; enseñanza; formación; instrucción
subject asunto; capítulo; elaboración; entrenamiento; sujeto; tema; tema estelar; tema principal
thema asunto; capítulo; elaboración; entrenamiento; sujeto; tema; tema estelar; tema principal actitud; asunto; posición; sujeto; tema; toma de posición
thema van een boek asunto; capítulo; elaboración; entrenamiento; sujeto; tema; tema estelar; tema principal
vervaardigen elaboración; fabricación
vervaardiging confección; elaboración; fabricación; producción
verwerking asimilación; elaboración
werken acción; actividad; elaboración; funcionamiento funcionamiento
werking acción; actividad; elaboración; funcionamiento
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaken acentuar; afilar; conectar; ecender las luces; encender; engordar; entornar; poner en marcha; prender la luz
fabriceren elaborar; fabricar; hacer; producir
maken amasar; armar; arreglar; compilar; componer; concebir; constituir; convertirse en; corregir; crear; dar forma; dar masajes; desarrollar; diseñar; elaborar; fabricar; fijar; formar; ganar; hacer; macerar; masajear; modelar; modificar; montar; producir; reajustar; remendar; reparar; restaurar; trazar
produceren elaborar; fabricar; hacer; producir
scheppen armar; comer con cuchara; compilar; componer; concebir; convertirse en; crear; desarrollar; desarrollarse; desplegar; diseñar; fabricar; formar; ganar; hacer; montar; producir; remendar; reparar; trazar
vervaardigen amasar; constituir; dar forma; dar masajes; elaborar; fabricar; formar; hacer; macerar; masajear; modelar; producir
werken proceder; trabajar
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewerking verbo
thema escena; tema; tema de escritorio

Synoniemen voor "elaboración":


Wiktionary: elaboración

elaboración
noun
  1. een verandering om iets voor een bepaald doel geschikt te maken

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van elaboración