Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pluralidad:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pluralidad (Spaans) in het Nederlands

pluralidad:

pluralidad bijvoeglijk naamwoord

  1. pluralidad (de todo; diversidad; cualquier cosa; variedad; multiplicidad)
    van alles

pluralidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pluralidad (variedad; diversidad; cualquier cosa; multiplicidad)
    de verscheidenheid

Vertaal Matrix voor pluralidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verscheidenheid cualquier cosa; diversidad; multiplicidad; pluralidad; variedad
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van alles cualquier cosa; de todo; diversidad; multiplicidad; pluralidad; variedad

Synoniemen voor "pluralidad":