Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- análogo:
- analogía:
-
Wiktionary:
- análoga → gelijksoortig, overeenkomend, overeenkomstig
- análogo → analoog, overeenkomstig, verwant
- análogo → analoog, analoge, gelijksoortig, overeenkomend, overeenkomstig
- analogía → analogie
- analogía → analogie, analoog
Spaans
Uitgebreide vertaling voor análoga (Spaans) in het Nederlands
análoga vorm van análogo:
-
análogo (similar; igual; parecido; homogéneo; conforme a; semejante; lo mismo; el mismo; de acuerdo con; al igual que; a la par; idéntico; analógico; otro tanto; con arreglo a; idénticamente)
analoog; soortgelijk; gelijksoortig; gelijkaardig; gelijkslachtig-
analoog bijvoeglijk naamwoord
-
soortgelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gelijksoortig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkaardig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkslachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
análogo (así como; como; igual; simultáneamente; lo mismo que; de igual manera; similar; lo mismo; al igual que; del mismo modo; de la misma forma; idéntico; otro tanto; parecido; de inmediato)
evenzo; op dezelfde wijze; desgelijks; dito; ook; precies zo-
evenzo bijwoord
-
op dezelfde wijze bijvoeglijk naamwoord
-
desgelijks bijwoord
-
dito bijwoord
-
ook bijwoord
-
precies zo bijvoeglijk naamwoord
-
-
análogo (similar; igual; idéntico; como; parecido; semejante)
-
análogo (al igual que; el mismo; idéntico; lo mismo; equivalente; igual; similar; sin cambiar; parejo; parecido; otro tanto; uniforme; homogéneo; conforme a; sin cambios; semejante; inalterado; sin modificar; de acuerdo con; a la par; con arreglo a; equilátero; idénticamente)
hetzelfde; gelijk; identiek; exact hetzelfde; eender; eenvormig; net zo; geheel gelijk-
hetzelfde bijvoeglijk naamwoord
-
gelijk bijvoeglijk naamwoord
-
identiek bijvoeglijk naamwoord
-
exact hetzelfde bijvoeglijk naamwoord
-
eender bijvoeglijk naamwoord
-
eenvormig bijvoeglijk naamwoord
-
net zo bijvoeglijk naamwoord
-
geheel gelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
análogo (a la vez; al mismo tiempo; igualmente; instantáneamente; inmediatamente; en seguida; al igual que; por igual; de inmediato; en el acto)
tegelijkertijd; gelijktijdig; tegelijk-
tegelijkertijd bijwoord
-
gelijktijdig bijvoeglijk naamwoord
-
tegelijk bijwoord
-
Vertaal Matrix voor análogo:
Verwante woorden van "análogo":
Synoniemen voor "análogo":
Wiktionary: análogo
análogo
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• análogo | → analoog; analoge | ↔ analogous — having analogy; corresponding to something else |
• análogo | → analoog | ↔ analog — allgemein: ähnlich, entsprechend, gleichartig, vergleichbar |
• análogo | → gelijksoortig; overeenkomend; overeenkomstig | ↔ analogue — Qui présente une analogie avec une autre chose. |
analogía:
-
la analogía (equivalencia; parecido; similitud; igualdad; identidad; semejanza; paridad; congruencia; uniformidad; homogeneidad; proporción aritmética; proporción geométrica)
-
la analogía (homogenidad; parecido; semejanza; similitud)
de homogeniteit -
la analogía (semejanza; similitud; uniformidad; homogeneidad)
Vertaal Matrix voor analogía:
Verwante woorden van "analogía":
Synoniemen voor "analogía":
Wiktionary: analogía
analogía
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• analogía | → analogie | ↔ analogy — relationship of resemblance or equivalence |
• analogía | → analogie | ↔ analogie — comparaison entre deux notions possédant des points communs, des modes de fonctionnement similaires. |
• analogía | → analoog | ↔ analogue — Ce qui offrir des traits communs avec une autre chose. |
Wiktionary: análoga
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• análoga | → gelijksoortig; overeenkomend; overeenkomstig | ↔ analogue — Qui présente une analogie avec une autre chose. |
Computer vertaling door derden: