Spaans

Uitgebreide vertaling voor ventaja (Spaans) in het Nederlands

ventaja:

ventaja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ventaja (éxito; pequeña fortuna; golpe de fortuna; fortuna)
    de meevaller; de mazzel
    • meevaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mazzel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la ventaja (ganga; breva; golpe de fortuna)
    de buitenkans; de meevaller; het voordeel
  3. la ventaja (beneficio; ganancia; provecho; )
    het profijt; de baat; de winst; het gewin
    • profijt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • baat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • winst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gewin [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la ventaja
    het voordeeltje
  5. la ventaja (feliz coincidencia; golpe de fortuna; golpe de suerte; golpecito de suerte)
    het meevallertje
  6. la ventaja (utilidad; interés; provecho; rendimiento)
    de nuttigheid; het nut
    • nuttigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nut [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la ventaja (feliz coincidencia; golpe de fortuna; golpe de suerte; golpecito de suerte; golpe certero)
    de tref
    • tref [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ventaja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baat beneficio; conveniencia; ganancia; ganga; medro; mérito; provecho; rendimiento; sueldo; utilidad; valía; ventaja
buitenkans breva; ganga; golpe de fortuna; ventaja
gewin beneficio; conveniencia; ganancia; ganga; medro; mérito; provecho; rendimiento; sueldo; utilidad; valía; ventaja
mazzel fortuna; golpe de fortuna; pequeña fortuna; ventaja; éxito
meevaller breva; fortuna; ganga; golpe de fortuna; pequeña fortuna; ventaja; éxito chollo; ganga; golpe de suerte; golpecito de suerte; suerte
meevallertje feliz coincidencia; golpe de fortuna; golpe de suerte; golpecito de suerte; ventaja
nut interés; provecho; rendimiento; utilidad; ventaja beneficio; conveniencia; interés; provecho; rendimiento; sentido; utilidad
nuttigheid interés; provecho; rendimiento; utilidad; ventaja
profijt beneficio; conveniencia; ganancia; ganga; medro; mérito; provecho; rendimiento; sueldo; utilidad; valía; ventaja
tref feliz coincidencia; golpe certero; golpe de fortuna; golpe de suerte; golpecito de suerte; ventaja
voordeel breva; ganga; golpe de fortuna; ventaja chollo; ganga; golpe de suerte; golpecito de suerte; suerte
voordeeltje ventaja
winst beneficio; conveniencia; ganancia; ganga; medro; mérito; provecho; rendimiento; sueldo; utilidad; valía; ventaja beneficio; ganancias

Verwante woorden van "ventaja":


Synoniemen voor "ventaja":


Wiktionary: ventaja

ventaja
noun
  1. profijt

Cross Translation:
FromToVia
ventaja voordeel advantage — any condition, circumstance, opportunity, or means, particularly favorable to success
ventaja voordeel; overhand advantage — superiority; mastery
ventaja voordeel advantage — the score where one player wins a point after deuce
ventaja voordeel benefit — advantage, help or aid
ventaja voordeel; zegen boon — A blessing or benefit
ventaja voorsprong edge — an advantage
ventaja voorsprong; leiding lead — precedence; advance position
ventaja bevoorrechte positie vantage — place or position affording a good view; a vantage point
ventaja voordeel; baat Vorteil — positiver Aspekt oder Effekt einer Sache
ventaja advantage VorteilTennis: Spielstand nach einem Punkt, der nach einem Einstand (40:40) erzielt wurde
ventaja voordeel Vorteil — im Mannschaftssport eine bestimmte Situation zugunsten einer beteiligten Mannschaft
ventaja baat; belang; gewin; profijt; voordeel; winst; pré avantage — Utilité, profit, faveur, bénéfice.
ventaja baat; gewin; verdienste; winst bénéfice — commerce|fr gain, profit.
ventaja baat; belang; nut; voordeel; interest; rente; belangstelling; belangrijkheid; betekenis; zwaarwichtigheid; gewicht; goed intérêt — Ce qui importer, ce qui convient, en quelque manière que ce soit, à l’utilité, à l’avantage d’une personne ou d’une collectivité, d’un individu ou d’une personne morale, en ce qui concerner soit leur bien physique et matériel, soit leur bien

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ventaja