Articulado: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

articulado:
- geschakeld; gewerveld
articular:
- articuleren
Wiktionary:
- articulado → geleed, geärticuleerd, gelede
- articular → articulair
- articular → articuleren
- articular → uitspreken, articuleren, verzorgen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor articulado (Spaans) in het Nederlands

articulado:

articulado bijvoeglijk naamwoord

articulado (encadenado; adosado; eslabonado)
geschakeld
- geschakeld bijvoeglijk naamwoord
articulado
gewerveld
- gewerveld bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor articulado:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gewerveld	articulado
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geschakeld	adosado; articulado; encadenado; eslabonado

Verwante woorden van "articulado":

articulada, articuladas, articulados

Wiktionary: articulado

Cross Translation:

From	To	Via
• articulado	→ geleed; geärticuleerd; gelede	↔ articulate — able to bend or hinge at certain points or intervals

articulado vorm van articular:

articular werkwoord

articular
articuleren
- articuleren werkwoord (articuleer, articuleert, articuleerde, articuleerden, gearticuleerd)

Conjugations for articular:

presente

articulo
articulas
articula
articulamos
articuláis
articulan

imperfecto

articulaba
articulabas
articulaba
articulábamos
articulabais
articulaban

indefinido

articulé
articulaste
articuló
articulamos
articulasteis
articularon

fut. de ind.

articularé
articularás
articulará
articularemos
articularéis
articularán

condic.

articularía
articularías
articularía
articularíamos
articularíais
articularían

pres. de subj.

que articule
que articules
que articule
que articulemos
que articuléis
que articulen

imp. de subj.

que articulara
que articularas
que articulara
que articuláramos
que articularais
que articularan

miscelánea

¡articula!
¡articulad!
¡no articules!
¡no articuléis!
articulado
articulando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor articular:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
articuleren	articular

Synoniemen voor "articular":

acoplar; encajar; ensamblar; casar; engranar; unir; ajustar; imbricar; situar
armar; montar; componer
juntar; fusionar; fundir; reunir; unificar; empalmar; anexar; adjuntar; aunar; soldar; enlazar; atar; adosar; conectar; añadir; agregar; anudar; ligar; pegar; arrimar; yuxtaponer; aglutinar; estrechar
largar; cascar; manifestar; expresar; parlotear; rajar; cotorrear; decir; hablar; declarar; mencionar; nombrar; formular; anunciar; enunciar; observar; recitar; contar; parlar; explicar; exponer; revelar; confesar; proclamar
vertebrar; organizar; estructurar; orquestar
vocalizar; pronunciar

Wiktionary: articular

articular

adjective

met betrekking tot een gewricht
- articulair → articular

verb

de uitspraakklanken zorgvuldig vormen
- articuleren → articular