Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bola:
  2. bol:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bola (Spaans) in het Nederlands

bola:

bola [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bola (bollo)
    bol wol; de bal
    • bol wol [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la bola (balón; pelota)
    de voetbal
    • voetbal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de bal
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    • bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de kinderen speelden met een bal1
  3. la bola
    het dansfeest; het bal
    • dansfeest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bal [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la bola (bolita)
    het bolletje; de bol
    • bolletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. la bola (cabecera; cerebro; cabeza; )
    de harses
    • harses [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor bola:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bal balón; bola; bollo; pelota baile de gala; gala
bol bola; bolita bola del mundo; cabeza; cabeza de un ser humano; globo
bol wol bola; bollo
bolletje bola; bolita
dansfeest bola
harses bola; bollo; bulbo; cabecera; cabecilla; cabeza; calavera; cerebro; coco; crisma; cráneo; encabezamiento; esfera; mente
voetbal balón; bola; pelota balón; fútbol; partido de futbolín; pelota
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bol abultado; circular; esférico; globular; redondo

Verwante woorden van "bola":


Synoniemen voor "bola":


Wiktionary: bola

bola
noun
  1. min of meer rond voorwerp

Cross Translation:
FromToVia
bola bol ball — solid or hollow sphere
bola kloot; bal ball — object, generally spherical, used for playing games
bola bolletje; kluwen ball — quantity of string, thread, etc., wound into a spherical shape
bola knikker marble — spherical ball
bola bol sphere — spherical physical object
bola teelbal; testikel; hode testicle — male sex gland
bola bal; dot; klomp; klont; kluit; prop boulecorps rond en tous sens, généralement plein. — usage Se dit surtout des objets dont les dimensions leur permettent d’être tenus en main.

bol:

bol [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bol (címbalo; tazón; hueco; jofaina)
    de bowl
    • bowl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bowl bol; címbalo; hueco; jofaina; tazón

Verwante woorden van "bol":


Synoniemen voor "bol":


Wiktionary: bol


Cross Translation:
FromToVia
bol bekken; kom; vont; bowl; schaal; bassin; stroomgebied; vijver bol — coupe hémisphérique
bol bowl; kom; schaal jatte — Espèce de vase rond, tout d'une pièce et sans rebord, de profondeur intermédiaire entre un grand bol et une écuelle. Généralement en terre cuite, en faïence ou en porcelaine, plus rarement en bois, elle est utilisée dans la confection de plusieurs mets comme les compotes ou les entremets, d

Verwante vertalingen van bola