Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. adiós:
  2. ¡adiós!:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor adiós:
    • tot ziens


Spaans

Uitgebreide vertaling voor adiós (Spaans) in het Nederlands

adiós:

adiós

  1. adiós

adiós [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el adiós
    het afscheid
    • afscheid [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor adiós:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afscheid adiós
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaarwel adiós

Verwante woorden van "adiós":

  • adioses

Wiktionary: adiós

adiós
  1. een groet bij een (meestal definitief) afscheid

Cross Translation:
FromToVia
adiós adieu adieu — a farewell
adiós dag; doeg; houdoe; hoie; tot ziens; doei bye — short for goodbye
adiós dag; doei doei bye-bye — goodbye
adiós vaarwel farewell — a wish of happiness at parting
adiós doei; tot ziens; houdoe; dag goodbye — farewell

¡adiós!:

¡adiós! bijvoeglijk naamwoord

  1. ¡adiós!
    dag
    • dag bijvoeglijk naamwoord

¡adiós!

  1. ¡adiós!

Vertaal Matrix voor ¡adiós!:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag dia; día
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag ¡adiós!
doei ¡adiós!
tot ziens ¡adiós!
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag ¡adiós!

Synoniemen voor "¡adiós!":


Verwante vertalingen van adiós