Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bastidor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bastidor (Spaans) in het Nederlands

bastidor:

bastidor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bastidor (armazón)
    de voet; het onderstel; de staander; de poot
    • voet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • poot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el bastidor (chasis; armazón; tren de rodado; soporte)
    de chassis; het onderstel
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el bastidor (marco)
    het vensterkozijn; het kozijn
  4. el bastidor (armadura; estructura; armazón; marco)
    het raamwerk; het frame; het geraamte; het skelet
    • raamwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • frame [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • skelet [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. el bastidor
    het spanraam
    • spanraam [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bastidor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis armazón; bastidor; chasis; soporte; tren de rodado armadura; armazón; esqueleto
frame armadura; armazón; bastidor; estructura; marco fotograma; marco; trama
geraamte armadura; armazón; bastidor; estructura; marco armadura; armazón; esqueleto
kozijn bastidor; marco primo; primo segundo; sobrino
onderstel armazón; bastidor; chasis; soporte; tren de rodado
poot armazón; bastidor homosexual; mano; maricones; maricón; pata
raamwerk armadura; armazón; bastidor; estructura; marco
skelet armadura; armazón; bastidor; estructura; marco esqueleto; huesos
spanraam bastidor
staander armazón; bastidor
vensterkozijn bastidor; marco
voet armazón; bastidor huesito del pie; pata; pie

Verwante woorden van "bastidor":

  • bastidores

Synoniemen voor "bastidor":


Wiktionary: bastidor

bastidor
noun
  1. dragende constructie

Verwante vertalingen van bastidor