Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bocio:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bocio (Spaans) in het Nederlands

bocio:

bocio [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bocio (estruma)
    de struma; het kropgezwel; de krop
    • struma [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kropgezwel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • krop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bocio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krop bocio; estruma cosecha; grumo; planta de lechuga; repollo; segazón; siega
kropgezwel bocio; estruma
struma bocio; estruma

Verwante woorden van "bocio":

  • bocios

Synoniemen voor "bocio":


Wiktionary: bocio

bocio
noun
  1. krop

Cross Translation:
FromToVia
bocio bof goitre — enlargement of the neck