Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: braza

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: braza

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

braza:
- vadem; vaam
brazo:
- spaak
Wiktionary:
- braza → schoolslag, vadem
- brazo → arm
- brazo → arm, leuning

Spaans

Uitgebreide vertaling voor braza (Spaans) in het Nederlands

braza:

braza [la ~] zelfstandig naamwoord

la braza
de vadem; de vaam
- vadem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vaam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor braza:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vaam	braza
vadem	braza

Verwante woorden van "braza":

brazo

Wiktionary: braza

Cross Translation:

From	To	Via
• braza	→ schoolslag	↔ breaststroke — swimming stroke
• braza	→ vadem	↔ fathom — measure of length

brazo:

brazo [el ~] zelfstandig naamwoord

el brazo (rayo)
de spaak
- spaak [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brazo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spaak	brazo; rayo

Verwante woorden van "brazo":

braza, brazas

Synoniemen voor "brazo":

agalludo; valiente; valeroso; osado; audaz
apoyo; ayuda; auxilio; protección; protector; valedor; bienhechor; benefactor; mecenas; padrino
estamento; clase; estado
grúa; aguilón; puntal; torno; molinete
miembro; articulación; extremidad; remo; rama

Wiktionary: brazo

brazo

noun

lichaamsdeel
- arm → brazo

Cross Translation:

From	To	Via
• brazo	→ arm	↔ arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
• brazo	→ leuning	↔ Lehne — Sitzmöbelteil, an den man sich anlehnen oder auf den man sich stützen kann
• brazo	→ arm	↔ bras — Membre

Verwante vertalingen van braza