Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: brisa

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: brisa

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

brisa:
- scheet; wind; bries
Wiktionary:
- brisa → bries
- brisa → briesje, zuchtje, ruis, geritsel, geruis, aam, bezieling, inspiratie, windje, waaien, blazen, geblaas, windstoot

Spaans

Uitgebreide vertaling voor brisa (Spaans) in het Nederlands

brisa:

brisa [la ~] zelfstandig naamwoord

la brisa (pedo; flato)
de scheet; de wind
- scheet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la brisa
de bries; de wind
- bries [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brisa:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bries	brisa
scheet	brisa; flato; pedo
wind	brisa; flato; pedo	viento tempestuoso; viento violento

Verwante woorden van "brisa":

brisas

Synoniemen voor "brisa":

aire; viento; céfiro; corriente; ventilación; ventarrón; vendaval
aura; airecillo; vientecillo; hálito; vahaje

Wiktionary: brisa

brisa

noun

zachte frisse wind
- bries → brisa

Cross Translation:

From	To	Via
• brisa	→ briesje; zuchtje; ruis; geritsel; geruis; aam; bezieling; inspiratie; windje; waaien; blazen; geblaas; windstoot	↔ souffle — vent produit pousser l’air hors de la bouche.

Verwante vertalingen van brisa

aliento de brisa