Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. buffet:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. buffet:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor buffet (Spaans) in het Nederlands

buffet:

buffet [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el buffet (aparador; bufet; bufete)
    het buffet; de dressoir; de buffetkast
    • buffet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dressoir [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buffetkast [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buffet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buffet aparador; bufet; bufete; buffet aparador; barra; bufe; buffet frío; fonda; mostrador
buffetkast aparador; bufet; bufete; buffet
dressoir aparador; bufet; bufete; buffet armario de porcelana; chinero; copera; cristalera; vitrina

Wiktionary: buffet

buffet
noun
  1. toonbank met etenswaar

Verwante vertalingen van buffet



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buffet (Nederlands) in het Spaans

buffet:

buffet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het buffet (buffetkast; dressoir)
    el buffet; el aparador; el bufet; el bufete
    • buffet [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bufet [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bufete [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. het buffet (koud buffet)
    el buffet frío; el aparador; el bufe; la fonda
    • buffet frío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bufe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fonda [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. het buffet (tapkast; bar; spon; )
    el mostrador; la barra; el bufe
    • mostrador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bufe [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buffet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparador buffet; buffetkast; dressoir; koud buffet
barra bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balk; balkonhek; balustrade; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; kuip; reep; rij; spijl; staaf; stijl; tobbe; tralie; uitspanning; volume; waskuip; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
bufe bar; buffet; drankbuffet; koud buffet; spon; tap; tapkast; toog uitspanning
bufet buffet; buffetkast; dressoir
bufete buffet; buffetkast; dressoir
buffet buffet; buffetkast; dressoir
buffet frío buffet; koud buffet
fonda buffet; koud buffet gasthuis; herberg; logement
mostrador bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balie; counter; incheckbalie; toog; toonbank

Verwante woorden van "buffet":

  • buffetten, buffetje

Wiktionary: buffet

buffet
noun
  1. meubelstuk
  2. toonbank met etenswaar

Cross Translation:
FromToVia
buffet buffé BüfettMöbelstück zur Aufbewahrung von Geschirr und zum Anrichten von Speisen
buffet bufete barcomptoir où se servent les boissons.

Verwante vertalingen van buffet