Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: caos

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: caos

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. caos:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor caos (Spaans) in het Nederlands

caos:

caos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el caos (desorden)
    de rotzooi; de bocht; de troep; smerig spul
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smerig spul [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. el caos (desorden)
    de knoeiboel; de rommel; de warboel; het zootje; de warhoop; de troep; de warwinkel
    • knoeiboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • warhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warwinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el caos (ruina; estropicio; porquería; )
    de rotzooi; de puinhoop; de zooi; het zootje; de rommel; de troep; de bende; de puinzooi
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. el caos (desorden; desbarajuste; cuadrilla; )
    het soepzootje
  5. el caos (despelote; banda; desorden; revoltijo; batiburrillo)
    de beestenboel
  6. el caos (dédalo; laberinto; desorientación; desorden; enredo)
    het labyrint; de doolhof; de warboel; het warnet
    • labyrint [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doolhof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warnet [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. el caos (desorden; mezcolanza; revoltijo; hatajo; batiburrillo)
    de rommelzooi
  8. el caos (porquería; desorden; estropicio; )
    de smeerboel
  9. el caos (maraña; confusión; desorden; )
    de wirwar
    • wirwar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beestenboel banda; batiburrillo; caos; desorden; despelote; revoltijo
bende banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina acumulación; agrupación; amontonamiento; banda; clan; concentración de personas; cuadrilla; formación de grupos de gente; gran cantidad; gran número; grupo; horda; muchedumbre; multitud; tropa; tropel
bocht caos; desorden arco; basura; batiburillo; birria; cimbreo; codo; curva; curvatura; desechos; desperdicios; despojos; pacotilla; residuos; revuelta; sinuosidad; trastos; vuelta
doolhof caos; desorden; desorientación; dédalo; enredo; laberinto
knoeiboel caos; desorden
labyrint caos; desorden; desorientación; dédalo; enredo; laberinto
puinhoop banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina desorden; destrozos; disturbios; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; ovillo; pandemónium; perturbación; rollo; ruina; ruinas; tumulto
puinzooi banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina
rommel banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina basura; cachivaches; trastos
rommelzooi batiburrillo; caos; desorden; hatajo; mezcolanza; revoltijo
rotzooi banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina basura; cascajo; desechos; desperdicios; despojos; detrito
smeerboel batiburrillo; caos; desbarajuste; desorden; escombrera; estropicio; porquería
smerig spul caos; desorden
soepzootje banda; barraca; barullo; batiburillo; batiburrillo; birria; canalla; caos; casucha; choza; confusión; cuadrilla; desbarajuste; desorden; escombrera; escándalo; estropicio; pacotilla; pocilga; porquería; tejavana
troep banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina acumulación; afluencia; agrupación; aluvión; banda; cantidad; concentración de personas; copia; cuadrilla; cuchilla; enjambre; formación de grupos de gente; grupo; horda; jauría; masa; montones; montón; multitud; muta
warboel caos; desorden; desorientación; dédalo; enredo; laberinto
warhoop caos; desorden
warnet caos; desorden; desorientación; dédalo; enredo; laberinto
warwinkel caos; desorden
wirwar caos; confusión; desorden; destrozos; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; mezcolanza; ovillo; popurrí; potpurrí
zooi banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina
zootje banda; batiburrillo; caos; desorden; estropicio; grupo; porquería; ruina desorden; destrozos; disturbios; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; ovillo; pandemónium; perturbación; rollo; ruina; ruinas; tumulto

Synoniemen voor "caos":


Wiktionary: caos

Cross Translation:
FromToVia
• caos → chaos; baaierd ↔ chaos — in classical cosmogony
• caos → wanorde; chaos ↔ chaos — state of disorder
• caos → rotzooi; rommel ↔ clutter — a confused disordered jumble of things
• caos → chaos ↔ Chaos — Zustand der Unordnung
• caos → chaos ↔ chaos — Théologie







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0609 seconde
Page rendered in 1.0 seconds