Capitán: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

capitán:
- aanvoerder; leider; hoofd; hoofdman; schipper; kapitein; scheepskapitein; scheepsgezagvoerder; vliegtuigkapitein; captain; gezagvoerder; piloot; vliegenier; vlieger; leidster; voorvrouw; aanvoerster; leidsvrouw; hopman
Wiktionary:
- capitán → aanvoerder, kapitein
- capitán → kapitein, aanvoerder, hopman, gezagvoerder, hoofd, baas, chef, opperhoofd

Spaans

Uitgebreide vertaling voor capitán (Spaans) in het Nederlands

capitán:

capitán [el ~] zelfstandig naamwoord

el capitán (administrador; comandante; cabezada; jefe; presidente; cabecera; jefa; gerente; director; mentor)
de aanvoerder; de leider; het hoofd; de hoofdman
- aanvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
- hoofdman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el capitán (patrón de barco)
de schipper; de kapitein; de scheepskapitein
- schipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kapitein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- scheepskapitein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el capitán
de kapitein; de scheepskapitein; scheepsgezagvoerder
- kapitein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- scheepskapitein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- scheepsgezagvoerder [znw.] zelfstandig naamwoord
el capitán (capitán de vuelo; piloto; mandatario; comandante; aviador; alto mando)
vliegtuigkapitein; de captain; de gezagvoerder
- vliegtuigkapitein [znw.] zelfstandig naamwoord
- captain [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gezagvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el capitán (piloto; capitán de vuelo; comandante)
de piloot; de vliegenier; de vlieger
- piloot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vliegenier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vlieger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el capitán (directora; cabecera; encargado; jefe; director; jefa; caudillo; comandante; capitanes)
de leidster; de voorvrouw; de aanvoerster; de leidsvrouw
- leidster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorvrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanvoerster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leidsvrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el capitán (líder; guía; cerebro; director; cabecera; caudillo; dirigente; directora; encabezamiento; comandante)
de hopman
- hopman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor capitán:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvoerder	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente	comandante
aanvoerster	cabecera; capitanes; capitán; caudillo; comandante; director; directora; encargado; jefa; jefe
captain	alto mando; aviador; capitán; capitán de vuelo; comandante; mandatario; piloto
gezagvoerder	alto mando; aviador; capitán; capitán de vuelo; comandante; mandatario; piloto	comandante
hoofd	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente	cabecera; cabeza; cabeza de un ser humano; cacique; capataz; cerebro; contramaestre; director de escuela; directora; entonamiento; gran jefe; jefe; líder; mente; patrón; superior
hoofdman	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente	cacique; gran jefe; jefe
hopman	cabecera; capitán; caudillo; cerebro; comandante; director; directora; dirigente; encabezamiento; guía; líder
kapitein	capitán; patrón de barco	comandante
leider	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente	capataz; coordinador; jefe; líder
leidster	cabecera; capitanes; capitán; caudillo; comandante; director; directora; encargado; jefa; jefe
leidsvrouw	cabecera; capitanes; capitán; caudillo; comandante; director; directora; encargado; jefa; jefe
piloot	capitán; capitán de vuelo; comandante; piloto
scheepsgezagvoerder	capitán
scheepskapitein	capitán; patrón de barco
schipper	capitán; patrón de barco
vliegenier	capitán; capitán de vuelo; comandante; piloto
vlieger	capitán; capitán de vuelo; comandante; piloto
vliegtuigkapitein	alto mando; aviador; capitán; capitán de vuelo; comandante; mandatario; piloto
voorvrouw	cabecera; capitanes; capitán; caudillo; comandante; director; directora; encargado; jefa; jefe
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vlieger		cometa
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hoofd		mayoritario; principal

Verwante woorden van "capitán":

capitanes, capitana, capitanas

Synoniemen voor "capitán":

guía; conductor; director; orientador; piloto; práctico; monitor; lazarillo; explorador; timonel; cicerone; intérprete; postillón

Wiktionary: capitán

capitán

noun

een bevelhebber, een leider
- aanvoerder → líder; amo; capitán; caudillo; comandante; dueño; jefe; patrón
beroep|nld scheepvaart|nld gezaghebber op een schip
- kapitein → capitán

Cross Translation:

From	To	Via
• capitán	→ kapitein	↔ captain — An army officer with a rank between the most senior grade of lieutenant and major
• capitán	→ kapitein	↔ captain — The person lawfully in command of a sea-going vessel
• capitán	→ kapitein	↔ captain — The person lawfully in command of an airliner
• capitán	→ aanvoerder	↔ captain — One of the athletes on a sports team designated to make decisions
• capitán	→ kapitein	↔ Kapitän — Militär: oberste Kommandoinstanz an Bord eines Schiffes
• capitán	→ hopman; kapitein; gezagvoerder	↔ capitaine — Celui ou celle qui commande un navire
• capitán	→ hoofd; aanvoerder; baas; chef; opperhoofd	↔ chef — Celui ou celle qui être à la tête d’un corps, d’une assemblée, etc., qui y a le premier rang et la principale autorité.

Verwante vertalingen van capitán

Remove Ads

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: capitán

Uitgebreide vertaling voor capitán (Spaans) in het Nederlands

capitán:

capitán [el ~] zelfstandig naamwoord

el capitán (administrador; comandante; cabezada; jefe; presidente; cabecera; jefa; gerente; director; mentor)

el capitán (patrón de barco)

el capitán

el capitán (capitán de vuelo; piloto; mandatario; comandante; aviador; alto mando)

el capitán (piloto; capitán de vuelo; comandante)

el capitán (directora; cabecera; encargado; jefe; director; jefa; caudillo; comandante; capitanes)

el capitán (líder; guía; cerebro; director; cabecera; caudillo; dirigente; directora; encabezamiento; comandante)

Vertaal Matrix voor capitán:

Verwante woorden van "capitán":

Synoniemen voor "capitán":

Wiktionary: capitán

Verwante vertalingen van capitán